ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - IPSIG-week
  

Component behoort tot O.O.: Stage
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 30235
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:8
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 10
Totaal aantal contacturen: 35
Totaal studietijd: 72,8
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Aertsen Lea


 

KORTE OMSCHRIJVING

We voorzien een projectweek rond interprofessionele samenwerking met de andere opleidingen ‘gezondheidszorg’ binnen de ‘Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen’. Studenten werken gedurende deze week binnen een interprofessioneel team opdrachten (casuïstiek) uit.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
  • VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken (2): opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD313 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD314 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD317 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
  • VD318 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Om interprofessioneel te kunnen samenwerken hanteert de student  naast de specifieke deskundigheden en communicatieve vaardigheden ook de noodzakelijke houding van openheid voor de inbreng en het referentiekader van andere gezondheidsberoepen.
  • De student kent de eigen grenzen op het gebied van professionele expertise.
  • De student kan op een integere en respectvolle wijze de eigen zienswijze kenbaar maken ook in geval van meningsverschillen.
  • De student toont inzicht in de eigen beperkingen door regelmatig intraprofessioneel te overleggen en het eigen oordeel te toetsen aan dat van anderen.
  • De student toont bereidheid om de bijdrage en vaardigheden van aanverwante beroepen te leren kennen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • de student is geslaagd voor 2VD 
  • De volledige lectorengroep 3VD beslist op het einde van periode 7 of een student aan het opleidingsonderdeel ‘stage’ mag beginnen.  De studenten bewijzen tijdens de lesweken (in het bijzonder tijdens de lessen PVO-skillslab en groepsdynamica) dat ze over voldoende maturiteit beschikken en een correcte gedragscode met de cliënt en stagementor kunnen hanteren om tot de stage toegelaten te worden.

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • de student heeft alle opleidingsonderdelen van periode 7 gevolgd

Andere begincompetenties
  • theoretische achtergronden met betrekking tot communicatieve vaardigheden voor zorgverleners tov zorgvragers
  • theoretsiche achtergronden met betrekking tot GVO en PVO
  • kent de echelonnering en de verschillende terreinen/sectoren van de gezondheidszorg
  • kent al gedeeltelijk de context en de bevoegdheid van de eigen discipline en de specifieke bijdrage van de andere disciplines tot de behandeling van de zorgdrager
  • communicatiebereidheid 

 


LEERINHOUDEN
  • de problematiek van patiënten wordt steeds complexer, waardoor meer verschillende zorgbeoefenaars bij eenzelfde patiënt betrokken zijn. Verschillende beroepsgroepen hebben vaak uiteenlopende inzichten en belangen, onder meer bij ethische vragen, waardoor gezamelijk overleg met de te nemen beslissingen noodzakelijk wordt. Teamwerk is niet alleen een noodzaak geworden, maar het vormt ook eeen veelal aantrekkelijke uitdaging: hoe realiseren we met elkaar en voor elkaar, en vooral voor de patiënten, die aan onze zorgen toevertrouwd worden de inhoudelijke en menselijke meerwaarde die een groep kan creëren?
  • in deze module leert de student interprofessioneel samenwerken waarbij hij de patiënt centraal stelt in de hulpverlening en zo de continuïteit en kwaliteit van de zorg telkens optimaliseert.

STUDIEMATERIAAL
  • 'Leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg': handboek van de IPSIG-week 
  • begeleidende teksten die de module theoretisch ondersteunen
  • casusmateriaal en videofragmenten

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

10

 lesuren

  12,82

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

25

 lesuren

  32,05

studietijd buiten contacturen:

43

 klokuren

  55,13

Verdere toelichting:
De studenten worden ingedeeld in leergroepen van 12 studenten uit verschillende afstudeerrrichtingen. Elke leergroep wordt door een teacher begeleid die specifiek voor deze module werd opgeleid. De taak van de teacher bestaat hoofdzakelijk uit het inleiden van de taken en het observeren van de individuele en groepsprocessen. De gebruikte onderwijsvormen zijn: hoorcolleges, zelfstudie, groepswerk, reflectie en feedback. Studenten leren effectief en efficiënt overleggen rond een casus. De module wordt afgesloten met een plenaire sessie en discussie waarbij de leer- en aandachtspunten van studenten geconfronteerd worden met de praktijkervaring van enkele deskundigen.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Om na te gaan of de student de competenties heeft die een lid van een "interprofessioneel team" dient te bereiken, worden voor de toetsing van de module zelfevaluatie, peerevaluatie en portfolio gebruikt.
  • De IPSIG-week wordt (in de loop van het eerste semester) door een werkgroep binnen de AUHA voorbereid en daarom zijn de exacte puntenverdeling, evaluatiecriteria,... op 19-09-2006 nog niet bekend.  Deze worden voor de aanvang van de week aan de studenten meegedeeld.
  • Voor de studenten die niet aanwezig kunnen zijn omwille van bijvoorbeeld een buitenlandse stage, wordt een vervangtaak voorzien.

tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
  • de punten van het opleidingsonderdeel 'stage' worden overgedragen naar de tweede examenperiode van 3VD
  • een student die niet slaagt in 3VD herneemt in het volgende academiejaar de stageperiode waarvan de IPSIG-week in het bisjaar geen onderdeel van uitmaakt