ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Stage
  

Component behoort tot O.O.: Stage
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 30234
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:8
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 90
Totaal aantal contacturen: 624
Totaal studietijd: 655,2
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adam Marleen
Van Vlaslaer Veerle


 

KORTE OMSCHRIJVING

Na de laatste lesperiode krijg je gedurende 16 weken de kans om je opgedane kennis te toetsen aan de realiteit van het werkveld tijdens drie stageperiodes. Je loopt een stageperiode in de klinische sector (ziekenhuizen) en in een collectiviteit (grootkeuken, voedingsbedrijf). Een derde stageperiode wordt naar keuze ingevuld: een stage bij een zelfstandige diëtist behoort tot deze mogelijkheden. 

Tijdens de stageperiode schrijf je een stageverslag.  We organiseren regelmatig terugkomdagen in de school om eventuele problemen met de stage of met het stageverslag te bespreken.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
  • VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken (2): opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD313 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD314 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD315 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
  • VD316 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
  • VD317 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
  • VD318 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student neemt het eigen leerproces in handen.
  • De student stelt concrete stagedoelstellingen (kennis, vaardigheden en beroepsattituden) voorop bij aanvang van de stage.
  • De student voert deze stagedoelstellingen uit in de stageinstelling tijdens het verloop van de stage.
  • De student vraagt regelmatig feedback aan de stagementor en stuurt het eigen leerproces bij.
  • De student kan een aan de stageplaats aangepast stageverslag schrijven.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • de student is geslaagd voor 2VD
  • de volledige lectorengroep 3VD beslist op het einde van periode 7 of een student aan het opleidingsonderdeel ‘stage’ mag beginnen.  De studenten bewijzen tijdens de lesweken (in het bijzonder tijdens de lessen PVO-skillslab en groepsdynamica) dat ze over voldoende maturiteit beschikken en een correcte gedragscode met de cliënt en stagementor kunnen hanteren om tot de stage toegelaten te worden.

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • de student heeft alle opleidingsonderdelen van periode 7 gevolgd 

 


Andere begincompetenties
  • parate kennis aangaande de verschillende opleidingsonderdelen uit de opleiding
  • theoretische achtergronden met betrekking tot communicatieve vaardigheden
  • communicatiebereidheid

LEERINHOUDEN
  •  Tijdens de stage doet de student praktijkervaring op in een reële arbeidssituatie.  Dit gebeurt tijdens een collectiviteitenstage, een klinische stage en een keuzestage. 
  • Tijdens de stage verwerft de student inzicht in de taak van een voedings- en dieetkundige in het desbetreffende werkveld en verwerft hij inzicht in de organisatie van het werkveld met zijn verschillende zorgverstrekkers.
  • De student  gebruikt tijdens de stage alle toegankelijke bronnen voor gegevensverzameling.
  • De student past voedings- en dieetkundige vaardigheden toe vanuit basisvaardigheden
  • Tijdens de stage zal de student productinformatie verzamelen, producten adviseren en op een verantwoorde manier inschakelen in de voeding of een dieet.
  • Tijdens de stage zal de student communicatieve  en relationele vaardigheden toepassen vanuit basisgegevens
  • Tijdens de stage zal de student werken in een team en in een multidisciplinaire context.
  • Tijdens de stage wordt de student zich bewust van de waarden en normen binnen het beroep en integreert deze in eigen beroepsgedrag (ontwikkelt empathie, komt afspraken na, geeft blijk van verantwoordelijkheidszin, neemt  het eigen leerproces in handen, kijkt kritisch naar het eigen leerproces en geeft blijk van initiatief).

STUDIEMATERIAAL
  • De student krijgt een stagevademecum bestaande uit gegevens over de opleiding , stagedoelen, en de diverse stagedocumenten (ondermeer een stageovereenkomst, het introductieblad, de stagedoelstellingen, een dagrooster , een registratieblad stag – uren, een evaluatieblad, richtlijnen i.v.m. het stageverslag en het stagereglement).  Daarbij krijgt de student voor elke stageperiode een begeleidende brief met de nodige informatie i.v.m. de locatie , contactpersoon , …
  • Stageverslagdocumenten
  • Reflectieformulieren    

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

600

 lesuren

  92,31

vormen van groepsleren:

24

 lesuren

  03,69

studietijd buiten contacturen:

26

 klokuren

  04,00

Verdere toelichting:
  • De stageperiode loopt over een periode van 16 weken, verdeeld over drie periodes (6, 6 en 4 weken).  Elke student  is verplicht om een stage te lopen in de klinische sector en in de collectiviteiten. Een stage bij een zelfstandige diëtiste is optioneel . De stage verloopt onder begeleiding van een diëtist of een deskundige van de instelling of bedrijf ( stagementor) .
  • Na elke stageperiode wordt een stagebegeleidingsbundel (inclusief het stageverslag) ingediend.  De inhoud en verdere concrete afspraken worden aan de studenten medegedeeld tijdens de introductiedag stage op maandag 12 januari 2009. 
  • Een stage  kan deel uitmaken van het onderzoeksveld voor een eindwerk. De verdere uitwerking en het schrijven van het eindwerk gebeurt in de voorziene periode voor de scriptie (zie jaarprogramma).
  • De stagebegeleider van de school voorziet per stageperiode minstens één bezoek aan de stageplaats om het verloop van de stage te volgen . Per stageperiode is één terugkomdag voorzien waar eventuele problemen of vragen i.v.m. de stage kunnen behandeld worden .

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Er zijn 20 punten voor de stage voorzien die als volgt worden verdeeld:
  • Beoordeling van de stage (85 % van de punten):
  • Tijdens de stage wordt een bezoek door de stagebegeleider gepland.  Hierbij wordt ondermeer de stage geëvalueerd in aanwezigheid van de student, de stagementor en de stagebegeleider op basis van het evaluatieblad ingevuld door de stagementor.  Deze tussentijdse evaluatie laat remediëring toe.  In principe telt de score van het tweede evaluatieblad (eindevaluatie) dat op het einde van de stage door de stagementor wordt ingevuld.  De stagebegeleider berekent de score aan de hand van een voorafbepaald puntensysteem.
  • Het stageverslag en de stagebegeleidingsbundel (15 % van de punten): De student maakt een stageverslag dat opgesteld en binnengebracht wordt volgens de afspraken in het stagevademecum.  Het stageverslag dient uiterlijk 2 dagen na  het einde van de stage in het bezit te zijn van de stagebegeleider.  Het niet tijdig indienen van het stageverslag leidt tot een quotering van 0 op dat onderdeel.
  • De eindbeoordeling wordt gegeven aan de hand van de score per stageperiode in overleg met het stageteam.  Het stageteam bepaalt de uiteindelijke eindscore.

tijd voor examinering
uren

%
 
 00,00

Tweede examenperiode
  • de punten van het opleidingsonderdeel 'stage' worden overgedragen naar de tweede examenperiode van 3VD