ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Projectweken
  

Component behoort tot O.O.: Projecten periode 4
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 20122
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: P:4
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 70
Totaal aantal contacturen: 44
Totaal studietijd: 72,8
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van Vlaslaer Veerle


 

KORTE OMSCHRIJVING

Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. Met dit project leert je een doeltreffend GVO-project te ontwikkelen met behulp van het planningsmodel van de GVO (Procede/proceed-model) en leert  je dit ook op een wetenschappelijke manier weer te geven. De verschillende stappen van het GVO-plan worden systematisch doorlopen om de doeltreffendheid van het project te verhogen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
  • VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken (2): opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD313 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD314 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD316 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • planmatig doelstellingen van een voedingsprobleem uitschrijven, een actieplan opstellen en dit actieplan uitvoeren en dit aangepast aan de leeftijdscategorie gaande van zuigeling tot bejaarde;
  • een project op een professionele manier uitwerken, toelichten en presenteren;
  • een onderzoek opzetten;
  • verzamelde gegevens statistisch verwerken, resultaten weergeven, bevindingen interpreteren en plaatsen binnen een ruimer epidemiologisch kader;
  • een enquête opzetten, uitvoeren en verwerken van de gegevens en deze resultaten plaatsen tegenover de resultaten van een vergelijkbaar onderzoek opgezocht in de wetenschappelijke vakliteratuur;
  • de verschillende stappen van het planmatige GVO-plan opvolgen. Hij doet dit op een systematische en methodische manier;
  • in de wetenschappelijke literatuur en in verschillende databanken verschillende gegevens verzamelen en interpreteren en daaruit de nodige besluiten(adviezen) trekken.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 4
Andere begincompetenties
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
LEERINHOUDEN
  • inleidend hoorcollege over de opzet van het project
  • toepassen van alle geziene leerstof in periode 4 en alle voorgaande periodes
  • ontwikkelen van een GVO-PROJECT

STUDIEMATERIAAL
  • cursussen en handouts  van het opleidingsonderdeel voedingswetenschappen
  • cursus van het opleidingsonderdeel methoden en onderzoek
  • periodeboek 4
  • informatiemateriaal in de Bib
  • informatiemateriaal via internet

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

2

 lesuren

  02,67

practicum en oefeningen:

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

40

 lesuren

  53,33

studietijd buiten contacturen:

31

 klokuren

  41,33

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode

evaluatie van het 'groepsproces' (5 % van de punten)

criteria

-           gevolgde methodiek

-           duidelijke weergave van de vergaderingen en goede                                       formulering (verslaggeving)

-           teamwerkplan opstellen (doelstellingen formuleren), bijsturen en  realiseren

-           rekening houden met feedback van tutor en projectteambegeleiders

-           stiptheid en correctheid van de groep (volgen van teamwerkplan)

-           nemen van gefundeerde beslissingen (verslaggeving: probleemstelling, argumentatie, beslissing)

-           taakverdeling en uitvoering taken

-           verwerven van nieuwe kennis (o.a. voldoende diepgaand opzoekwerk)

-           vergadertechniek

-           omgaan met feedback

 

middelen

-          projectmap (inhoud: zie instructies algemene cgo-boek)

-          opvolging door tutor

-          reflectievergadering

-          procesassessment (formulier periode 4)

 

 

·          evaluatie van het 'groepsproduct' (40% van de punten)

criteria GVO-plan (25%)

-           criteria GVO-plan

-           inhoud en opbouw van het GVO-plan

-           wetenschappelijke waarde en relevantie van de gebruikte referenties

-           correcte bronvermelding en bibliografie

-           correcte interpretatie en verwerking van de wetenschappelijke literatuur en statistieken

-           inzicht in de verschillende stappen en begrippen

-           weergave en correctheid van de conclusies

-           correcte resultatenverwerking

-           kritische reflectie bij het onderzoek en de resultaten /evaluatie       (wat zou je bijsturen naar een volgend onderzoek)

 

criteria GVO-product (15%)

-           samenstelling product  (opbouw  - creativiteit/orginaliteit – verzorgdheid – uitgebreidheid)

-           inhoudelijk: juistheid – correcte info –correct voedingskundig

 

 

·          evaluatie van de presentatie (5% van de punten)

door de aanwezige tutors en lectoren

 

·          evaluatie van de individuele bijdrage (5% van de punten)

criteria

-           aanwezigheid tijdens projectgroepbijeenkomsten

-           actieve inbreng

-           verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden

-           constructieve omgang

-           uitvoeren van taken

-           nakomen van afspraken

-           communicatieve aspecten

-           omgaan met feedback

 

middelen om de individuele bijdrage te evalueren:

-           individuele bijdragen aan projectmap (individuele werkplannen, portfolio)

-           reflectievergadering

-           180°feedback: assessment (formulier periode 4) door peers en tutor

 

·          evaluatie van de individuele kennis (45 % van de punten)

schriftelijk GVO- toets met kennis-, inzichts-,  toepassings-, en casusvragen NA de projectweek.

 

* Berekening van het 'totaalcijfer' voor 'projecten':

  • dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de VUP's en tutors van het project op basis van de op de verschillende beoordelingsniveaus verworven punten
  • het totaalcijfer is in principe het gewogen gemiddelde (wegingsfactors staan hierboven vermeld) van de verschillende beoordelingsniveaus, maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
    • een tekort op één van de beoordelingsniveaus
    • afwezigheid tijdens projectactiviteiten
    • niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen en/of gedrangsankers

Afspraak:

  • een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 4’
  • studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
  • Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,67

Tweede examenperiode
  • Studenten die geen credit verworven hebben voor dit opleidingsonderdeel leggen een schriftelijke toets af waarin alle aspecten van dit project (bvb. opstellen GVO-plan, wetenschappelijke relevantie van een artikel inschatten, lezen en interpreteren van een artikel en/of onderzoek, beoordeling van een GVO-product,...) aan bod kunnen komen. De punten van het proces en product worden overgenomen.
  • Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.