ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Projecten periode 5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: VD:Voedings- en dieetkunde
Code: 00177
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: P:5
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 66
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Vanherle Koen


 

KORTE OMSCHRIJVING

Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode.

Projectweek 1: project rond een opgegeven onderwerp in het domein van de relatie biochemie-voeding 
- literatuurstudie rond opgegeven onderwerp per projectgroep

Projectweek 2: project rond Metabool Syndroom (casus)


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken (2): opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD313 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD314 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Afhankelijk van het opgegeven onderwerp uit de relatie biochemie-voeding:
  • De student kent de theoretische achtergrond en terminologie van het opgegeven onderwerp
  • De student kan recente wetenschappelijke informatie over het opgegeven onderwerp opzoeken en gebruiken 
  • De student beseft het belang van voedselcomponenten in de voedingsleer.
  • De student onderzoekte de voedingsfactoren die een invloed hebben op het menselijk organisme
  • De student kan een ongekend ziektebeeld opzoeken en analyseren en toepassen op een patiëntendossier.
  • De student kan aan de hand van een eetdagboekje de energie inname van een patiënt berekenen en eventuele tekorten nagaan.
  • De student kan een patiëntendossier bespreken en interpreteren.
  • De student kan een dieetvoorschrift opstellen en dit motiveren.
  • De student kan de doelstellingen van het dieetvoorschrift opsommen
  • De student kan een dieet uitwerken aangepast aan de individuele behoefte van de patiënt.
  • De student kan een verslag aan een arts of andere multidisciplinaire medewerkers opstellende student kan receptuur die beantwoordt aan de dieetvereiste van de patiënt opstellen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 5.
Andere begincompetenties

Zie lijst begincompetenties opleiding VD.


LEERINHOUDEN
  • De opgave en leerdoelen van projectweek 1 wordt aan de studenten vóór aanvang van het project bezorgd. Het onderwerp situeert zich in het domein voeding-biochemie

  • Een patiëntendossier met een ongekend ziektebeeld analyseren, interpreteren en verwerken tot een uitgeschreven dieetadvies, aangepast aan de individuele behoeften van de patiënt.

STUDIEMATERIAAL
  • Het algemene cgo-boek (methodiek, aanpak project)
  • periodeboek 5 (handleiding project)
  • studiemateriaal uit periode 4 & 5
  • informatiemateriaal in de bib
  • informatiemateriaal via internet

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

4

 lesuren

  03,77

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

60

 lesuren

  56,60

studietijd buiten contacturen:

40

 klokuren

  37,74

Verdere toelichting:
  • groepsleren: de prjectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo-boek) onder begeleiding van een tutor.
  • door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten
  • andere begeleidingsmomenten: projectgroep kan contact opnemen met de tutor of de VUP's via e-mail.
  • reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor)
  • klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Evaluatiecriteria van het groepsproces (10% van de punten):
    • gevolgde methodiek
    • teamwerkplan
    • stappenplan om tot product te komen (doelstellingen, bijsturen plan)
    • overeenstemming tussen planning en realisatie
    • taakverdeling
    • uitvoering taken
    • verwerven van nieuwe kennis (oa voldoende diepgaand onderzoek)
    • vergadertechniek - verslaggeving
    • omgaan met feedback
  • Middelen:
    • projectmap (inhoud: zie algemene instructies cgo-boek)
    • opvolging door tutor
    • reflectievergadering
    • procesassessment (formulier periode 5)
  • Evaluatie van het groepsproduct (20% van de punten op projectweek 1 en 20% van de punten op metabool syndroom) op basis van:
    • regelmatige rapportering via verslagen, documenten, ...
    • gehanteerde literatuur en informatiebronnen
    • volledigheid van de opzoekresultaten
    • relevantie en betrouwbaarheid van de opzoekresultaten
    • opbouw en layout van de opzoekresultaten
    • schriftelijk verslag van de praktijksessie
    • Powerpointpresentatie
  • middelen:
    • beoordeling door de VUP's (vergelijking met de resultaten van de andere groepen)
  • evaluatiecriteria van de individuele bijdrage (10% van de punten)
    • aanwezigheid tijdens projectgroepbijeenkomsten
    • actieve inbreng
    • constructieve omgang
    • uitvoeren van taken
    • nakomen van afspraken
    • communicatieve aspecten
    • omgaan met feedback
    • individueel werkplan en logboek
    • portfolio
  • middelen:
    • 180° feedback: assessment (formulier periode 5) door peers en tutor
    • individuele bijdragen aan projectmap
    • reflectievergadering
  • een schriftelijke toets: evaluatiecriteria van de tijdens de projectweken verworven cognitieve vaardigheden (20¨% van de punten voor projectweek 1 en 20% voor metabool syndroom)
    • kennis van en inzicht in de informatie over alle topics (alle opgegeven onderwerpen) en de hoorcolleges van projectweek 1
  • middelen:
    • individuele, schriftelijke toets die zal handelen over de gegeven hoorcolleges en de eindresultaten. Alle opgegeven onderwerpen (ook deze van de andere projectgroepen) zijn leerstof.
    • Afspraak: een student die één van de vier beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel de kwotering “A”  (afwezig) en krijgt dus de beoordeling “A” voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 5’.
    • Berekening van het 'totaalcijfer' voor 'projecten':
      • dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de VUP's en tutors van het project op basis van de op de verschillende beoordelingsniveaus verworven punten
      • het totaalcijfer is in principe het gewogen gemiddelde (wegingsfactors staan hierboven vermeld) van de verschillende beoordelingsniveaus, maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
        • een tekort op één van de beoordelingsniveaus
        • afwezigheid tijdens projectactiviteiten
        • niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen en/of gedrangsankers
    • Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)

 


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 01,89

Tweede examenperiode
Alleen de schriftelijke toets kan hernomen worden (dus 40% van de punten uit eerste zittijd), de andere punten blijven behouden.