ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Chemie - 1CH - Onderdelen - Wiskundige technieken
  

Component behoort tot O.O.: Gassen en vloeistoffen
Afstudeerrichting: CH:Chemie
Code: 10074
Academiejaar: 2008-2009
Type: ?
Niveau: ?
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: :
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 40
Totaal aantal contacturen: 25
Totaal studietijd: 52
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van den Bossche Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING
Een opfrissing van technieken uit ‘de elementaire algebra en analyse’ nodig doorheen de opleiding en in de latere praktijk.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
  • CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
  • CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
  • CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
  • CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
  • CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    1. De student kan wiskundige redeneringen opbouwen .
    2. De student kan willekeurige vergelijkingen van de 1ste en 2de graad en (2×2)-stelsels oplossen.
    3. De student kan uitdrukkingen omzetten naar gelijkwaardige vormen.
    4. De student kan rekenen met exponenten en logaritmen.
    5. De student kan werken met lineaire, kwadratische, hyperbolische, exponentiële en logaritmische functies (voorschrift + grafiek).
    6. De student kan een functie afleiden en deze afgeleide functie gebruiken (raaklijnen, extreme waarden, buigpunten).
    7. De student kan eenvoudige (bepaalde en onbepaalde) integralen berekenen (substitutiemethode).
    8. De student kan differentialen gebruiken om benaderingen uit te drukken.
    9. De student kan eenvoudige differentiaalvergelijkingen (scheiding van de variabelen) oplossen.
    10. De student kan verdunningsvraagstukken maken.
    11. De student kan een rekenmachine op correcte wijze gebruiken.

    De nadruk ligt volledig op het juist toepassen van de wiskunde en niet op theoretische afleidingen.


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    geen


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    • overzicht van de basisbewerkingen
    • rekenregels (rekenen met machten, rekenen met breuken, rekenen met logaritmen, rekenen met breuken, evenredigheden en regel van drie)
    • gelijkwaardige uitdrukkingen
    • vergelijkingen van de 1ste graad
    • vergelijkingen van de 2de graad
    • vergelijkingen met rationale uitdrukkingen
    • stelsels van vergelijkingen ( 2×2-stelsels, 3×3 stelsels )
    • functies (grafische voorstelling, coördinaten,  rechthoekige en willekeurige driehoek, functies van de eerste graad (rechte), functies van de tweede graad, hyperbolische functies (asymptoten), exponentiële en logaritmische functies
    • lineariseren, logaritmische schaalverdeling
    • afleiden:
      afgeleide van een functie (definitie, rekenregels, kettingregel)
      afgeleide en de grafiek van een functie (raaklijnen, extreme waarden en buigpunten)
      numeriek afleiden (opstellen van een differentietabel)
    • integreren:
      onbepaalde integraal, substitutiemethode, bepaalde integraal, eenvoudige oppervlakken
    • differentiëren:
      uitdrukken van kleine veranderingen met een differentiaal
    • oplossen van een differentiaalvergelijking (methode scheiding der variabelen)
    • verdunningsvraagstukken - eenvoudige en complexe verdunningen

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus ‘wiskunde 1 CH’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer , aangepast door Ingrid Van den Bossche - Plantijn Hogeschool 2008.
    • Een rekenmachine: tijdens de colleges wordt een bepaald type (Casio-College) als referentietoestel gebruikt (aanschaf is echter niet verplicht).
    • Extra materiaal aangereikt via EDU-map op e-campus
    • e-learning oefenpakketten op e-campus 

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    24

     lesuren

      42,11

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    32

     klokuren

      56,14

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met hoofdzakelijk oefeningen .
    • Ieder hoofdstuk van de nota's bevat een heleboel oefeningen. Na ieder hoorcollege werkt de student de oefeningen van het behandelde onderwerp verder af. Eventuele vragen kunnen het volgende HO voorgelegd worden aan de lector

     


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Integratieve toets INT1-2, waarbij de aangeleerde kennis getoetst wordt aan de hand van concrete oefeningen, zoals deze in de cursus. Daar waar mogelijk geïntegreerd in vragen over de andere componenten van het opleidingsonderdeel.
    • De competentie 'wiskundig redeneren' wordt bovendien integratief getoetst en beoordeeld doorheen de volledige opleiding: aandacht voor de wiskunde toegepast in alle vakdisciplines.
    • Gebruik van een rekentoestel is bij deze toets toegelaten.

    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     01,75

    Tweede examenperiode
    Integratieve toets INT1-2.Idem als in eerste periode