|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Bacteriologie en serologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30194 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
90 |
Totaal studietijd: |
208 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vanhentenrijk Chris Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Bacteriologische stalen worden theoretisch besproken. In de practica worden stalen geënt, nagekeken op commensale flora of mogelijke pathogenen en worden antibiotica getest tegenover de pathogene bacteriën.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
Verwerking van medische bacteriologische stalen : herkenning van eventuele commensale flora , opzoeken en identificatie van pathogene bacteriën.
2.
Uitvoering en interpretatie van het antibiogram
3. Uitvoering en interpretatie van serologische testen : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Basisbegrippen en handelingen uit de microbiologie
Medische microbiologie
Immunologie.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
1. Bespreking van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema’ 2. Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling 3. De antibiotica : hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica 4. Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties. Tevens worden de technieken besproken om deze antigenen en antilichamen op te sporen. 5. Volgende stalen worden besproken :
- urine
- faeces
- sputum en keel
- etter
- antibiogram
- serologische testen
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
cursussen Microbiologie en virologie (C. Vanhentenrijk)
w
Medische microbiologie voor laboratoriumtechnolopgen : deel 1 en 2 J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave
w
Artikels uit kranten en tijdschriften
Website « microbiologie » op Internet
-
Medische stalen
-
Praktijknota's (P. Winnen)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
lesuren
|
17,70
|
practicum en oefeningen:
|
46
|
lesuren
|
20,35
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
136
|
klokuren
|
60,18
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
Practica
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Schriftelijk examen met 3 grote theoretische vragen :
- (1) bespreking van een bacteriologisch staal
- (2) uitleg over een deel van het antibiogram of i.v.m. antibiotica
- (3) een bespreking van een virale of bacteriële of protozoa-infectie
- met aandacht voor het laboratoriumonderzoek
- « open boek » ondervraging : het zoeken naar kenmerken van bacteriën, samenstelling voedingsbodems, interpretatie antibiogram
Mondeling examen over gans de opleiding van microbiologie in aanwezigheid van een extern jurylid in de persoon van een klinisch-bioloog werkzaam in een klinisch laboratorium. Hier komen de practische vragen aan bod, waarop een medisch laboratoriumtechnoloog moet kunnen antwoorden Doorlopende evaluatie tijdens de practica en praktisch eindexamen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Idem
Punten praktijk blijven behouden
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Hematologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30195 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
50 |
Totaal studietijd: |
208 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Flies Reinoud Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Zowel binnen de subdiscipline ‘ cytologie ‘ als ‘ hemostase ‘ wordt de nadruk gelegd op de patologie. De belangrijkste anemieën, leukemieën en stollingspatologieën worden besproken, naast andere hematologische aandoeningen zoals Myelomen.
De klemtoon ligt vooral op de laboratoriumtoepassingen en de rol van de MLT, maar er wordt eveneens belang gehecht aan de klinische context van de ziekte.Verder wordt in de hemostase terug gesproken over de rol van stollingsbeïnvloedende medicatie vanwege het grote belang in de praktijk. De laatste trends op gebied van trombosepatologie worden eveneens in de cursus opgenomen .
In de ‘ immuunhematologie ‘ worden andere bloedgroepsystemen dan ABO-en Rhesus-inclusief HLA-en HPA-systeem- nader bekeken, beperkt tot diegene die frequent voorkomen. Het ABO-en Rhesussysteem blijven belangrijk en moeten ook nu gekend zijn .
Een belangrijk deel wordt gewijd aan ‘ bloed –en bloedderivaten ‘, zowel de bereiding, bewaring als klinische toepassingen met daarnaast kruisproeven.
Een ander aspect van de cursus zijn lichaamsvochten, die telkens in totaliteit worden behandeld, zij het met klemtonen op het cytologisch gedeelte
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Theorie:
-
De meest courante bloedgroepsystemen met hun eigenschappen kennen(antigenen en antistoffen)
-
Kruisproeven : verschillende technieken + fasen kennen, reacties kunnen interpreteren
-
Bloed-en bloedderivaten : bereiding , bewaring en toepassing kennen
-
Compatibiliteit tussen antigen en antistof kunnen interpreteren.
-
HLA-en HPA-systeem kennen.
-
Technieken gebruikt in de immuunhematologie kennen.
-
De belangrijkste anemieën en leukemieën en stollingspatologieën kennen op laboratoriumgebied m et noties van de kliniek.
-
Pre-analytische fase in hematologie kennen en kunnen toepassen in de praktijk.
-
Ethische aspecten + laboratoriumtesten kennen.
-
Referentiewaarden van de basisparameters kennen
-
Toepassing van de bloedafnamebuisjes in de hematologie, hemostase en Immuunhematologie kennen.
-
Trombosepatologieën: verschillende parameters kunnen opsporen met + beperkte kliniek kennen.
-
Idem voor trombofilie.
-
Daarnaast ook volgende ziekten : hemochromatose , Polycythemie , niet-maligne afwijkingen van de witte bloedcellen, lymfomen( beperkt) , plasmacelafwijkingen , MDS en myelofibrose : telkens het laboratoriumgedeelte goed kennen en kunnen toepassen, klinisch gedeelte kennen.
-
De verschillende lichaamsvochten ( pleuravocht , ascitesvocht , cerebrospinaal vocht , semenanalyse , urinesediment en bronchoalveolaire lavages . .): practisch cytologisch gedeelte, theoretisch gedeelte kennen.
Labo:
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
p3: Hematologie; p4: Hemostase; p5: Immunologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Theorie:
- Basis hematologie, hemostase en immuunhematologie
- Basis anatomie
- Basis immunologie
- Basis Biochemie
- Basis Instrumentele analyse
- Kennis internet (gericht zoeken)
- Basis microbiologie
Labo:
- De basiskennis hematologie van het tweede jaar
|
LEERINHOUDEN
|
Theorie:
- Andere Bloedgroepsystemen naast ABO-en Rhesus: Kell, Duffy..
- Kruisproeven+varianten
- Bloedbankbeheer
- Bloed+bloedderivaten (+kunstbloed)
- Patologische hematologie(stamcelafwijkingen met o.a. leukemieën, anemieën, myelomen e.a.)
- Niet-maligneafwijking
- Patologisch Hemostase (Afwijkingen in primaire en secundaire hemostase met o.a.Ziekte van , hemofilie.)
- Antistollingsmedicatie
- Trombofilie
- Lichaamsvochten
- Pre-analytische Klinische Biologie
Labo:
- Bepalen van bloedgroep en ondergroepen Leucocytendifferentieatie van normale en pathologische stalen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Theorie:
- cursus
- actuele websites
- atlas (cfr. practicum)
- boeken en tijdschriften
Labo:
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
12,73
|
practicum en oefeningen:
|
18
|
lesuren
|
08,18
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
170
|
klokuren
|
77,27
|
Verdere toelichting:
Theorie:
- HC (ppt presentaties)
- WC (interpretaties immuunhematologie)
- Kleine zoekopdrachten, te bespreken in de volgende les
Labo:
- 6 labosessies van 3 lesuren
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Theorie:
- Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
- Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
- Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking)
Labo:
- Doorlopende evaluatie tijdens de praktica
- Eindexamens immuno-hematologie en hematologie
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Theorie:
Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking)
Punten praktijk blijven behouden
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Immunopathologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30070 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
30 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Vertrekkend van de basiskennis van het 2de jaar worden de immuunpathologische reacties overlopen met hyperreactiviteit, immuundeficiënties en auto-immuunziekten. Speciale aandacht krijgen HIV en AIDS met hun diagnostiek. Hierbij worden de gendiagnostische testen na DNA-amplificatie (PCR) speciaal onder de loep genomen. De betrokkenheid van het immuunsysteem bij transplantatie en afstoting, kanker en neurologische processen wordt duidelijk aangetoond.
Tot slot wordt ingegaan op de immunochemische testen met de vele varianten zoals die in de klinische diagnostiek via kits en automaten worden aangewend.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
inzicht in de drie groepen van immuunafwijkingen.
-
als case study wordt aids met hiv, diagnostiek en therapeutische aanpak gegeven en breder geplaatst in virusdiagnostiek.
-
bij immuunbetrokkenheid in kanker wordt vooral de diagnostiek en de therapie bestudeerd.
-
inzicht wordt nagestreefd in de verschillende testen, die steunen op de antigeen-antilichaamreactie.
- de student moet ook ervaren dat de serologische detectie het in gevoeligheid gaat afleggen tegen de moleculaire diagnostiek, vooral na amplificatie van DNA via PCR
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het eerste programmajaar
Biochemie
Immunologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- De drie hoofdgroepen van immuundeviaties: hyper (vier vormen), hypo(vier vormen) en auto-immuniteit.
- Aids en virusdiagnostiek.
- De immuunbetrokkenheid bij transplantatie en kanker
- Immunochemische detectiesystemen (immuundiagnostiek)
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
lesuren
|
30,23
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
65,12
|
Verdere toelichting:
13 sessies van 2 uur
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (februari)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
mondeling examen over het gehele pakket in september
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Parasitologie en mycologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Mycologie
Parasitologie
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30196 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
6 |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
92 |
Totaal studietijd: |
156 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Asselberg Rob Paulussen Frans
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Parasitologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Parasitologie en mycologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30050 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
50 |
Totaal aantal contacturen: |
48 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus geeft een overzicht van de voornaamste eukaryote parasieten van de mens.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de kennis van de voornaamste parasieten van de mens grondig beheersen
- de biologische achtergrond begrijpen van de ontwikkelingscycli
- de plaats van de mens inzien in het geheel van het ecologisch systeem
- de verschillende technieken aanleren of bestuderen om parasieten bij de mens op te sporen, of om ze vermijden
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
basiskennis biologie
|
LEERINHOUDEN
|
-
algemene informatie over de parasiet en zijn omgeving, begrippen epidemiologie, nomenclatuur, ziekteprocessen, diagnose, controle en preventie, historiek
-
flagellaire parasitaire protozoa van het verteringskanaal, de urogenitale wegen, bloed en weefsels
-
amoeben van het verteringskanaal en pathogene vrijlevende amoeben
-
coccidia, microsporidia, piroplasmen en gecilieerde protozoa
-
malaria-parasieten
-
platworminfecties, trematoden en schistosomen
-
amphistomate en distomate 'botten'
-
lintwormen
-
aphasmide nematoden, rhabditiden en strongyliden
-
oxyuroidea, ascaridoidea en spirurida
-
filariae
-
insecten van medisch belang: luizen, kakkerlakken, wantsen, diptera en vlooien
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
microscopische preparaten
-
vers faecesmateriaal met wormeieren
-
geconserveerde volwassen wormen
-
wetenschappelijke artikels en fotomateriaal
-
cursus parasitologie deel 10A: algemene informatie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10B: protozoölogie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10C: helminthologie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10D: arthropoda - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10E: laboratoriumtechnieken - Rob Asselberg
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
46
|
lesuren
|
51,69
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
41
|
klokuren
|
46,07
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges
- praktijksessies (aanwezigheid verplicht)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT7-4
- permanente evaluatie van de praktijksessies (30%)
- schriftelijk examen (70%)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
schriftelijk (de punten van de permanente evaluatie blijven behouden)
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Mycologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Parasitologie en mycologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30051 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
50 |
Totaal aantal contacturen: |
44 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Paulussen Frans
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze lessenreeks geeft een overzicht van de verschillende fungische aandoeningen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kennis en overzicht van de verschillende fungische aandoeningen
- laboratoriumtechnieken voor onderzoek van klinische stalen in het mycologisch laboratorium
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
basiskennis microbiologie
|
LEERINHOUDEN
|
-
noties van fungische systematiek toegespitst naar pathogene schimmels
-
morfologie van anamorfe en teleomorfe vormen
-
mycetisme overzicht, case-report
-
mycotoxicose o.a. aflatoxines
-
fungische allergie
-
oppervlakkige mycosen - o.a. dermatofieten
-
subcutane mycosen
-
diepe inheemse mycosen Aspergillose - Cryptococcose
-
diepe candidose - zygomycose -
-
Pneumocystis jiroveci
-
diepe uitheemse mycosen
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
microscopische preparaten van schimmelkulturen
-
schimmelstammen voor kultuur en identificatie
-
klinische stalen van oppervlakkige mycosen
-
histologische preparaten subcutane en diepe mycosen
-
cursus medische mycologie - Frans Paulussen
-
verschillende atlassen - referentiewerken mycologie
-
wetenschappelijke artikels - case reports- review artikels
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
16,28
|
practicum en oefeningen:
|
28
|
lesuren
|
32,56
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
42
|
klokuren
|
48,84
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
INT7-4 (50% van de punten)
-
evaluatie van de praktijksessies: (50% van de punten)
aanwezigheid, houding en werkverslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Idem
De punten van het labowerk 1° zittijd blijven behouden
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Validatie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Instrumentele analyse en seminarie
Toegepaste statistiek
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30071 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
62 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Reyniers Kathy Van Vlaslaer Veerle
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info leerdoelen ;doelstellingen en competenties: zie deelfiches van
Toegepaste statistiek
Instrumentele analyse en seminarie
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Toegepaste statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Validatie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30197 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
16 |
Totaal studietijd: |
36,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, invloed van biologische variatie op de analyseresultaten) en de externe (interlabstudies) kwaliteitscontroles.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
de student kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole (interpretatie van de rapportering),
de student kent de basisprincipes van kwaliteitszorg,
de student kent de invloed van biologische variatie op de kwaliteitszorg in een biomedisch lab (referentiewaarden, ROC-curve, RCV),
de student kan beslissen welke statistische methode voor welk probleem geschikt is en deze test ook concreet uitvoeren (opstellen van het proefopzet, uitvoeren van de experimenten, uitvoeren van de gepaste berekeningen en interpretatie van het resultaat),
de student kan een methode valideren (opstellen proefschema in functie van de validatieparameters, uitvoeren experimenten, berekenen van de parameters en interpretatie van het resultaat), de student kan controlekaarten opzetten en lezen (interpreteren volgens leesregels),
de student kan meewerken aan opstellen van kwaliteitshandboek en SOP’s.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
jaarcluster 'Statistiek en POP'
instrumentele analyse 1 en 2
meten is weten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
passieve kennis Engels
|
LEERINHOUDEN
|
1. Interne QC a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie – lineariteit – robuustheid) b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma c. controlekaarten (met leesregels) 2. externe QC (interlab) a. Youdenplot b. zaagtandplot 3. invloed biologische variatie op validatie a. totale imprecisie b. referentiewaarden c. cutoff en ROC-curve d. monitoring van een individu
|
STUDIEMATERIAAL
|
hoofdstukken 16 tem 20 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2008 “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de en 3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2008 rekenmachine www.westgard.com
aanvullend in de bib: ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000 ‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526) - 1996
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
35,00
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
24
|
klokuren
|
60,00
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel). feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
integratieve toets open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL, 2BL en 3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen gebruik van een rekenmachine is toegelaten samenstelling van de vragen: - hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities) - minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Instrumentele analyse en seminarie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Validatie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30198 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
72 |
Totaal aantal contacturen: |
46 |
Totaal studietijd: |
93,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De reeds aangeleerde technieken van instrumentele analyse van jaar 1 en 2 gaan hand in hand met de statistiek van jaar 1 en 2
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij beheerst de theorie van instrumentele analyse BL van 1P2 en MLT 2P4
-
Hij/zij kent de verschillen tussen alle aangeboden technieken in 1P2 en 2P4 instrumentele analyse, qua opstelling en toepassingsgebied.
-
Hij/zij kent het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal voor alle aangeleerde technieken in 1P2 en 2P4 instrumentele analyse
-
Hij/zij kan de toegepaste statistiek gebruiken bij een
vergelijkende studie van 2 analysetechnieken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
leerstof instrumentele analyse 1° en 2° jaar
leerstof statistiek 1° en 2° jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Integratie van het IP VALIM Socratesproject 2006
Internationaal Programma :Validatie van instrument en methode.
Methodevalidatie - praktische toepassing
Instrumentvalidatie- praktische toepassing
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
Theorie 1P2 en 2P4 Instrumentele analyse van Reyniers K.
w
VALIMnota’s op bb
w
Bb 3BL 3P7 MLT OO3 Validatie
bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
03,85
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
lesuren
|
38,46
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
58
|
klokuren
|
55,77
|
Verdere toelichting:
indien mogelijk wordt er een bedrijfsbezoek (Roche) ingelast
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
A. Evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht :
-
elke afwezigheid moet gewettigd worden onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20
-
de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van
houding , werk en inzicht / 20 verslagen / 10
-
de verworven punten worden samengeteld en worden herleid naar /20
B. Herhalingstest Instrumentele analyse 1P2 en 2P4 / 10
C. INT7-5 schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen; / 30
De verworven punten (A,B,C)worden samengeteld en worden herleid naar /20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Idem
De punten van de onderdelen A en B 1° zittijd blijven behouden
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Project: Nieuwe techn. in klinisch lab |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30199 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
7 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Kijkstage :
In periode 7 alles draait rond pathologieën en pathologische stalen .
De kijkstage heeft als doel klinisch laboranten buiten de klassieke gebieden in een klinisch lab kennis te laten maken met het steeds breder wordende veld van diagnostiek tot en met het op diagnostiek gerichte onderzoek. Het onderzoek richt zich daarbij vooral op immunologie, oncologie, moleculaire biologie en neurowetenschappen. De soms zeer geavanceerde technieken zijn per specialisatie in een bepaald laboratorium (unit) onderverdeeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij staat open voor de nieuwe technieken
-
Hij/zij kan een overzichtelijk verslag maken van het verloop van de 14 dagen stage
-
Hij/zij kan adhv een ppt een kort overzicht geven van de nieuwe technieken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn voor het 1° en 2° jaar BL-MLT
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
De OO's van P7
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Tijdens de 14 daagse kijkstage van periode7 kan de student met geavanceerde technieken een kennismaken en krijgt hij/zij inzicht in de organisatie van onderzoekslaboratoria.
Er is ruimte om zijn/haar kennis te verbreden en verdiepen.
Er is geen praktisch opzet van de stage, maar in onderling overleg stagementor-stagair , is dit wel toegestaan .
|
STUDIEMATERIAAL
|
Periodeboek 3P7-BL MLT
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
07,59
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
72
|
klokuren
|
91,14
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
·
evaluatie aanbrengen van stageplaats (10% van de punten)
criteria
-
omgaan met richtlijnen op 3BL BB community
-
respecteren van timing
-
uitschrijven van motivatie keuze stageplaats
middelen
-
invuldocument in de discussieruimte (vanaf juli na acj 2BL)
-
verslag motivatie van keuze stageplaats (vanaf okt start ac j 3BL)
·
evaluatie kijkstage-dagrapportering (30% van de punten)
·
evaluatie reflectieverslag vd kijkstage (35 % van de punten)
·
ppt kijkstage (25% van de punten)
In geval van afwezigheid tijdens de projectweken en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Vervangopdracht
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Stage |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30075 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:8 |
Aantal studiepunten: |
23 |
Wegingscoëfficient: |
23 |
Totaal aantal contacturen: |
521 |
Totaal studietijd: |
598 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De stage heeft tot doel de student praktijkervaring te laten opdoen in een reële laboratoriumomgeving. De stagiair wordt tewerkgesteld in een medisch laboratorium. Hij dient de kans te krijgen zich verder vertrouwd te maken met de problematiek van de staalafname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, endocrinologie en bij het uitvoeren van in vivo-technieken..
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL312 Hij/zij beheerst de in-vivotechnieken.
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij dient de kans te krijgen zich verder vertrouwd te maken met de problematiek van de staalafname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, endocrinologie en bij het uitvoeren van in vivo – technieken
- Zijn/haar aandacht moet gaan naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust moet zijn van de veiligheidsaspecten en kwaliteitseisen.
- Binnen de stagewerkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een verslag (eindwerk) over een onderwerp dat nader wordt uitgediept. Hiervoor komen o.a. in aanmerking: het op punt stelen van een nieuwe analysemethode, het onderzoek van bepaalde parameters, de vergelijking van analysetechnieken, de validatie van een procedure.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De parate kennis aangaande de verschillende opleidingsonderdelen uit de opleiding.
-
een algemene chemie opleiding
-
de basisvakken algemene en bio - organische chemie, fysica, wiskunde en statistiek, biologie, microbiologie,anatomie, fysiologie en pathologie, communicatie en computeroefeningen
-
optievakken biochemie, analytische en instrumentele chemie, microbiologie, hematologie, immunologie, mycologie en parasitologie
Kortom alle opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de programmajaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van P7
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Volgende opgelegde perioden komen voor tijdens de stage:
- hematologie (4-tal weken)
- microbiologie (4-tal weken)
- klinische biochemie (4-tal weken)
De volgorde van de perioden wordt door de labo's zelf vastgelegd. Afhankelijk van het onderwerp van het eindwerk wordt een van de bovenvernoemde perioden verlengd met 2 weken.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Stagevademecum
Bundel 'Rapportering eindwerk'
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
520
|
lesuren
|
86,81
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
13,02
|
Verdere toelichting:
-
De lector -stageverantwoordelijke wijst de student een stageplaats toe met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student.
-
De lector -stagebegeleider onderhoudt de contacten met het labo en de student.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier.
-
Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.
-
Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 38 % van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties :
-
de activiteiten gedurende de stageperiode: 71% (stagementor)
-
het eindwerk: 12% (stagementor, stagebegeleider + lezers)
-
de mondelinge presentatie en verdediging: 17% (jury)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
na nieuwe stage bij aanvang van volgend academiejaar:
-
De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier.
-
Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.
-
Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 38 % van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties :
-
de activiteiten gedurende de stageperiode: 71% (stagementor)
-
het eindwerk: 12% (stagementor, stagebegeleider + lezers)
-
de mondelinge presentatie en verdediging: 17% (jury)
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Integratieve proef Klin. Biologie & POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Integratieve proef Klinische Biologie
POP
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30076 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
1 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Integratieve proef Klinische Biologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Integratieve proef Klin. Biologie & POP |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30077 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
75 |
Totaal aantal contacturen: |
1 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Na hun stageperiode leggen de studenten nog een laatste examen af voor een jury van verschillende lectoren. Dit is het ‘afstudeerexamen’, waar een reeks van vragen met betrekking tot biochemie, hematologie en microbiologie zullen gesteld worden. Dit examen heeft als doel na te gaan in hoeverre een afstudeerstudent Medische laboratoriumtechnologie zicht heeft gekregen op de toepasbaarheid van de bovenvermelde vakken in een medisch laboratorium, na het doorlopen van de stageperiode.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan kennis uit de verschillende klinische vakgebieden microbiologie, hematologie en biochemie integreren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
1ste en 2de programmajaar geslaagd zijn
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsonderdelen uit P7
|
Andere begincompetenties
|
Parate kennis aangaande de verschillende opleidingsonderdelen van de opleiding met nadruk op instrumentele chemie, microbiologie, hematologie, immunologie en biochemie.
Deze proef kan pas afgelegd worden na het doorlopen van de stage. De ervaringen opgedaan tijdens de stage zijn onontbeerlijk voor deze proef.
|
LEERINHOUDEN
|
Alle disciplines uit de klinische biologie komen aan bod. Aandacht wordt besteed aan:
- de pre-analytische fase
- de gebruikte toestellen
- de analysen
- de technische validatie: contoles, calibratoren etc
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursussen microbiologie, hematologie, biochemie
- Stageschrift
- Stageschrift mag tijdens de proef gebruikt worden
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
98,73
|
Verdere toelichting:
- Ondervraging door examenjury
- In de examenjury zitten de klinisch biologen, verbonden aan de opleiding.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (25 minuten)
- Proef kan pas afgelegd worden na doorlopen van stage
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (25 minuten)
Proef kan pas afgelegd worden na doorlopen van stage
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - POP |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Integratieve proef Klin. Biologie & POP |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30078 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
26 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De studenten worden verplicht om tijdens hun studie binnen de Plantijnhogeschool een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) op te stellen. Het gebruik van een POP is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. De studenten worden aangeleerd hoe ze aan de hand van hun eigen studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht van zichzelf komen. Hierdoor komen zij op de arbeidsmarkt, niet alleen met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn zij ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan. De studenten worden op deze manier verplicht om de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling. De studenten hebben hierover per academiejaar een aantal afspraken met hun studieloopbaanbegeleider.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. de student kan reflecteren over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep 2. de student kan reflecteren over het eigen leerproces en op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen
3. de student leert denken in termen van leerdoelen en competenties en is er een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Het POP is een kaft met tabbladen en invulformulieren. Vooraan zit een inhoudsopgave die je moet volgen. Bewaar alle documenten per onderdeel chronologisch waarbij het meest recente document bovenaan ligt. Deze kaft gaat jouw volledige opleiding mee. In dit POP horen de volgende gegevens thuis:
1. Persoonlijke informatie
2. Studietijdmeting
3. Archief van bereikte competenties
4. Verslag van gesprekken met studieloopbaanbegeleider
5. Werken in projectgroep (archief persoonlijke verslagen van de reflectievergaderingen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
het algemene cgo-boek
map met invulbladen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
26
|
klokuren
|
100,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De beoordeling van het POP gebeurt op basis van volledigheid door je studieloopbaanbegeleider.
Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Niet mogelijk
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|