ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Hematologie
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie
Code: 30195
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:7
Aantal studiepunten: 8
Wegingscoëfficient: 8
Totaal aantal contacturen: 50
Totaal studietijd: 208
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Flies Reinoud
Winnen Patricia


 

KORTE OMSCHRIJVING

Zowel binnen de subdiscipline ‘ cytologie ‘ als ‘ hemostase ‘ wordt de nadruk gelegd op de patologie. De belangrijkste anemieën, leukemieën en stollingspatologieën worden besproken, naast andere hematologische aandoeningen zoals Myelomen.

De klemtoon ligt vooral op de laboratoriumtoepassingen en de rol van de MLT, maar er wordt eveneens belang gehecht aan de klinische context van de ziekte.Verder wordt in de hemostase terug gesproken over de rol van stollingsbeïnvloedende medicatie vanwege het grote belang in de praktijk. De laatste trends op gebied van trombosepatologie worden eveneens in de cursus opgenomen .

In de ‘ immuunhematologie ‘ worden andere bloedgroepsystemen dan ABO-en Rhesus-inclusief HLA-en HPA-systeem- nader bekeken, beperkt tot diegene die frequent voorkomen. Het ABO-en Rhesussysteem blijven belangrijk en moeten ook nu gekend zijn .

Een belangrijk deel wordt gewijd aan ‘ bloed –en bloedderivaten ‘, zowel de bereiding, bewaring als klinische toepassingen met daarnaast kruisproeven.

Een ander aspect van de cursus zijn lichaamsvochten, die telkens in totaliteit worden behandeld, zij het met klemtonen op het cytologisch gedeelte

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  • BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  • BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  • BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  • BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties
  • BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  • BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  • BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
  • BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Theorie:

  • De meest courante bloedgroepsystemen met hun eigenschappen kennen(antigenen en antistoffen)
  • Kruisproeven : verschillende technieken + fasen kennen, reacties kunnen  interpreteren
  • Bloed-en bloedderivaten : bereiding , bewaring en toepassing kennen
  • Compatibiliteit tussen antigen en antistof kunnen interpreteren.
  • HLA-en HPA-systeem kennen.
  • Technieken gebruikt in de immuunhematologie kennen.
  • De belangrijkste anemieën en leukemieën  en stollingspatologieën kennen op laboratoriumgebied m et noties van de kliniek.
  • Pre-analytische fase in hematologie kennen en kunnen toepassen in de praktijk.
  • Ethische aspecten + laboratoriumtesten kennen.
  • Referentiewaarden van de basisparameters kennen
  • Toepassing van de bloedafnamebuisjes in de hematologie, hemostase en Immuunhematologie kennen.
  • Trombosepatologieën: verschillende parameters kunnen opsporen met  + beperkte kliniek kennen.
  • Idem voor trombofilie.
  • Daarnaast ook volgende ziekten : hemochromatose , Polycythemie , niet-maligne afwijkingen van de witte bloedcellen, lymfomen( beperkt) , plasmacelafwijkingen , MDS en myelofibrose : telkens het laboratoriumgedeelte goed kennen en kunnen toepassen, klinisch gedeelte kennen.
  • De verschillende lichaamsvochten ( pleuravocht , ascitesvocht , cerebrospinaal vocht , semenanalyse , urinesediment en bronchoalveolaire lavages . .): practisch cytologisch gedeelte, theoretisch gedeelte kennen.

Labo:

  • Bloedgroepen bepalen
  • Kruisproeven uitvoeren
  • Bloeduitstrijkjes beoordelen

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

p3: Hematologie; p4: Hemostase; p5: Immunologie 


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

Theorie:

  • Basis hematologie, hemostase en immuunhematologie
  • Basis anatomie
  • Basis immunologie
  • Basis Biochemie
  • Basis Instrumentele analyse
  • Kennis internet (gericht zoeken)
  • Basis microbiologie

Labo:

  • De basiskennis hematologie van het tweede jaar

LEERINHOUDEN

Theorie:

  • Andere Bloedgroepsystemen naast ABO-en Rhesus: Kell, Duffy..
  • Kruisproeven+varianten
  • Bloedbankbeheer
  • Bloed+bloedderivaten (+kunstbloed)
  • Patologische hematologie(stamcelafwijkingen met o.a. leukemieën, anemieën, myelomen e.a.)
  • Niet-maligneafwijking
  • Patologisch Hemostase (Afwijkingen in primaire en secundaire hemostase met o.a.Ziekte van , hemofilie.)
  • Antistollingsmedicatie
  • Trombofilie
  • Lichaamsvochten
  • Pre-analytische Klinische Biologie

Labo:

  • Bepalen van bloedgroep en ondergroepen Leucocytendifferentieatie van normale en pathologische stalen

STUDIEMATERIAAL

Theorie:

  • cursus
  • actuele websites
  • atlas (cfr. practicum)
  • boeken en tijdschriften

Labo:

  • Medische stalen

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

28

 lesuren

  12,73

practicum en oefeningen:

18

 lesuren

  08,18

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

170

 klokuren

  77,27

Verdere toelichting:

Theorie:

  • HC (ppt presentaties)
  • WC (interpretaties immuunhematologie)
  • Kleine zoekopdrachten, te bespreken in de volgende les

Labo:

  • 6 labosessies van 3 lesuren

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Theorie:

  • Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
  • Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
  • Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking)

Labo:

  • Doorlopende evaluatie tijdens de praktica
  • Eindexamens immuno-hematologie en hematologie 

tijd voor examinering
uren
4

%
 
 01,82

Tweede examenperiode

Theorie:

  • Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
  • Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
  • Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking)

    Punten praktijk blijven behouden

  •