ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Bacteriologie en serologie
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie
Code: 30194
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:7
Aantal studiepunten: 8
Wegingscoëfficient: 8
Totaal aantal contacturen: 90
Totaal studietijd: 208
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Vanhentenrijk Chris
Winnen Patricia


 

KORTE OMSCHRIJVING
Bacteriologische stalen worden theoretisch besproken.  In de practica worden stalen geënt, nagekeken op commensale flora of mogelijke pathogenen en worden antibiotica getest tegenover de pathogene bacteriën.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  • BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  • BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  • BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  • BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties
  • BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  • BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  • BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
  • BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

1.      Verwerking van medische bacteriologische stalen : herkenning van eventuele commensale flora , opzoeken en identificatie van pathogene bacteriën.

2.      Uitvoering en interpretatie van het antibiogram

3.   Uitvoering en interpretatie van serologische testen : het zoeken naar antigenen en/of  antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Basisbegrippen en handelingen uit de microbiologie

Medische microbiologie

Immunologie.    


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN

  • 1.   Bespreking van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema’
    2.   Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling            
     3.   De antibiotica : hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica 
    4.    Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties.  Tevens worden de technieken besproken om deze antigenen en antilichamen op te sporen.
    5.    Volgende stalen worden besproken  : 
                          
  •  urine
  •  faeces
  •  sputum en keel
  • etter
  • antibiogram 
  • serologische testen
        
      

STUDIEMATERIAAL

w         cursussen Microbiologie en virologie (C. Vanhentenrijk)

w         Medische microbiologie voor laboratoriumtechnolopgen : deel 1 en 2  J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave      

w        Artikels uit kranten en tijdschriften 

      Website « microbiologie » op Internet

  •   Medische stalen  
  •   Praktijknota's (P. Winnen) 

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

40

 lesuren

  17,70

practicum en oefeningen:

46

 lesuren

  20,35

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

136

 klokuren

  60,18

Verdere toelichting:

Hoorcollege

Practica


EVALUATIE

Eerste examenperiode

Schriftelijk examen met 3 grote theoretische vragen :

  • (1) bespreking van een bacteriologisch staal

  • (2) uitleg over een deel van het antibiogram of i.v.m. antibiotica

  • (3) een bespreking van een virale of bacteriële of protozoa-infectie

  • met aandacht voor het laboratoriumonderzoek

  • « open boek » ondervraging : het zoeken naar kenmerken van bacteriën, samenstelling voedingsbodems, interpretatie antibiogram

Mondeling examen over gans de opleiding van microbiologie in aanwezigheid van een extern jurylid in de persoon van een klinisch-bioloog werkzaam in een klinisch laboratorium. Hier komen de practische vragen aan bod, waarop een medisch laboratoriumtechnoloog moet kunnen antwoorden

Doorlopende evaluatie tijdens de practica en praktisch eindexamen

tijd voor examinering
uren
4

%
 
 01,77

Tweede examenperiode

Idem

Punten praktijk blijven behouden