|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - De stap naar het onderzoek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Bio-informatica
Celkweek
Biomoleculaire techn. en analysemeth.
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30200 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
68 |
Totaal studietijd: |
208 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter Soetaert Anneleen
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Zie afzonderlijke opleidingscomponenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Zie afzondelijke opleidingscomponenten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Zie afzonderlijke opleidingscomponenten
|
Andere begincompetenties
|
Zie afzonderlijke opleidingscomponenten
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Biomoleculaire techn. en analysemeth. |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De stap naar het onderzoek |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30201 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
80 |
Totaal aantal contacturen: |
54 |
Totaal studietijd: |
166,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De rode draad doorheen de component "Biomoleculaire technieken en analysemethoden" is "de weg van gen tot eiwit" en sluit hierdoor zeer nauw aan bij het opleidingsonderdeel "Moleculaire genetica". In de component "Biomoleculaire technieken en analysemethoden" worden de verschillende aspecten van recombinant DNA-technologie behandeld o.m. het gebruik van eiwit- en nucleïnezuurdatabanken en de verschillende enzymen. Tevens worden de methoden besproken om cellen en weefsels te homogeniseren. De werking van verschillende detergenten en de mogelijke strategie voor nucleïnezuur- en eiwitzuivering worden behandeld. Alle technieken die hierbij aan bod komen (fractionatie, concentratiebepaling, bufferwissel, concentrering,enz…) worden in theorie gezien en in het opleidingsonderdeel "geïntegreerd lab" toegepast. Nadruk wordt hierbij gelegd op de voorzorgen die nodig zijn om bv. denaturatie te voorkomen. Verder komen de diverse chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken aan bod en de toepassingen die ze in praktijk hebben. De theorie van deze component en het "Geïntegreerd lab" zijn zeer nauw met elkaar verweven.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student, afstudeerrichting biochemie kent na deze lessenreeks:
- de strategie, de methoden en de technieken om een eiwit te maken via recombinant DNA-technologie.
- de algemeen gebruikte scheidingstechnieken voor nucleïnezuren en eiwitten.
- de belangrijkste chromatografische en elektroforetische technieken, de apparatuur die daarbij gebruikt wordt en de belangrijkste toepassingen.
- de typische biochemische werkwijzen als homogenisatie, fractionering, dialyse, membraanfiltratie, blotten en centrifugatie en de apparatuur die hierbij gebruikt wordt.
- de algemeen gebruikte identificatietechnieken voor eiwitten en nucleïnezuren als o.m. de verschillende kleurreacties, autoradiografie en immunochemische detectie.
De student kan na deze lessenreeks: - onder begeleiding, een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in gentechnologie, biochemie, enzymologie, immunologie, microbiologie, bioinformatica en analysetechnieken, gebruiken om een eiwit via recombinant DNA-technologie aan te maken.
- onder begeleiding, nieuwe procedures ontwikkelen om eiwitten en nucleïnezuren te zuiveren en te karakteriseren en hierbij de juiste technieken en apparatuur gebruiken. Hij is in staat deze technieken in diverse sectoren (biomedische sector, landbouw, voeding, milieu …) toe te passen.
- de veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet opvolgen en hij bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geslaagd in het 1ste jaar
Credits voor de opleidingsonderdelen "Biochemie", "Moleculaire genetica" en "Immunologie".
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit drie grote delen: biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie.
- Biochemische werkwijzen
Water, diverse stoffen en buffers
- Eigenschappen van water
- Invloed van diverse stoffen
Homogenisatie van cellen en weefsels
- Uitgangsmateriaal
- Activiteit van hydrolytische enzymen
- Homogenisatiemethoden
Zuivering van en werken met nucleïnezuren
- Algemene strategie bij zuivering nucleïnezuren
- Beschadiging van nucleïnezuren
- Concentratiebepaling
- Denaturatie en renaturatie
- Isolatie en zuivering
- Zuiverheid - Identificatie
- Recombinant DNA-technologie
Zuivering van en werken met eiwitten
- Algemene strategie bij zuivering eiwitten
- Efficiëntie van de zuiveringsstap
- Fractionering
- Verwijdering van zouten
- Bewaring
- Maken van een eiwitoplossing
- Detectie van denaturatie
- Eiwit-ligand interacties
2. Elektroforese Basisprincipes elektroforese
- Inleiding
- Experimentele aspecten
Elektroforese van eiwitten - Inleiding
- Polyacrylamidegel elektroforese
- Iso-elektrofocussing
- 2D-elektroforese
Elektroforese van nucleïnezuren
- Inleiding
- Gelkeuze
- Detectie
- Submarine elektroforese
- Sequentie- en genoomanalyse
- RNA-elektroforese
- Pulsed field lektroforese
Adsorptie aan membranen - blotten
- Voordelen van blotten
- Technieken
- Membraantypen
3.Chromatografie
Chromatografie
- Inleiding
- Begrippen en formules
- Oplossend vermogen van een kolom
- Indeling
- Apparatuur
- Oefeningen
Gelfiltratiechromatografie - Principe
- Samenstelling van de gelkorrels
- Zwellen van gelkorrels
- Verwijderen van lucht
- Kwantitatieve benadering
- Fractioneringsbereik
- Oplossend vermogen
- Toepassingen
- Praktische uitvoering
- Oefeningen
Ionenchromatografie
- Inleiding
- Elektrostatische aantrekking
- Ionenuitwisseling
- Selectiviteitsconstante
- Ionenuitwisselaars
- Ionenchromatografie
- Oefeningen
Affiniteitschromatografie
- Principe
- Matrix
- Ligand
- Spacerarm
- Elutie
- Kolomkeuze en stockeren van het gel
- Oefeningen
Hydrofobe interactiechromatografie
- Principe
- Uitvoering
Toepassingen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus "Biomoleculaire technieken en analysemethoden delen biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie" – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2008.
- powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op e-campus - auteur: Els Van doorslaer/Peter Partoens – Plantijnhogeschool 2008.
- manualen en catalogen van verschillende firma’s.
- aanbevolen websites staan bij de verschillende hoofdstukken van de cursus vermeld.
- cursus "Bio-informatica" op e-campus– auteur: Peter Partoens – Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
50
|
lesuren
|
27,93
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
125
|
klokuren
|
69,83
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode: - het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte
- het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden
- op het mondeling als het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Celkweek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De stap naar het onderzoek |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30202 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
7 |
Totaal studietijd: |
20,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Soetaert Anneleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus celkweek geeft een inleiding tot het kweken van plantaardige en dierlijke cellen in vitro. Men krijgt een overzicht van de verschillende soorten culturen en hoe men deze culturen moet onderhouden. De verschillende toestellen en vereiste materialen worden besproken. De verschillende soorten contaminaties van culturen komen en bod en hoe men deze kan vermijden en/of verwijderen . Verder worden een aantal mogelijke toepassingen van celkweek als techniek in andere onderzoeksdomeinen aangehaald en kort beschreven .
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kent na deze lessenreeks: 1. De verschillende soorten celculturen en de methoden om celculturen op te starten en te onderhouden. 2. De materialen en toestellen nodig om cellen in kweek te houden en de basisprincipes van de werking. 3. De methode om cellen te tellen en het percentage levende cellen in een cultuur te bepalen. 4. De manier waarop cellen worden gestockeerd en bewaard. 5. De verschillende soorten contaminaties in celculturen en de manieren om deze te detecteren, te voorkomen en te verwijderen. 6. Toepassingen van celcultuur in verschillende onderzoeksdomeinen. De student kan na deze lessenreeks: 1. Celtypes herkennen in een cultuur 2. Verschillende soorten contaminatie in een celcultuur herkennen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het eerste programmajaar
Biochemie
Immunologie
Moleculaire genetica
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
Hoe brengt men cellen in cultuur?
-
Soorten cellen
-
Controle van de groeiende cellen en onderhoud van culturen
-
Werkomgeving en vereiste toestellen en materialen
-
Bewaring en stockage van cellen
-
Contaminaties: soorten en hoe deze te vermijden
-
Toepassingen van celkweek als techniek in verschillende onderzoeksdomeinen
|
STUDIEMATERIAAL
|
1. cursus “Cel-en weefselkweek“ – auteur: Karen Pittois – Plantijn Hogeschool 2008 2. Powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op e-campus - auteur: Karen Pittois – Plantijn Hogeschool 2008
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
26,09
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
69,57
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode:
a. het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte b. het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden c. op het mondeling als het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Bio-informatica |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De stap naar het onderzoek |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30203 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
7 |
Totaal studietijd: |
20,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze lessenreeks wil een inzicht geven in het belang en het gebruik van de bioinformatica voor de verschillende disciplines in het biomedisch onderzoek
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan na deze lessenreeks:
- de voornaamste bioinformatica tools efficiënt gebruiken
- deze tools geïntegreerd toepassen in moleculair biologisch onderzoek
- zich nieuw ontwikkelde tools eigen maken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het eerste programmajaar
Opleidingsonderdelen Biochemie en Moleculaire Genetica uit het 2de programmajaar.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Na een korte inleiding over het nut van bioinformatica in het wetenschappelijk onderzoek worden een aantal databanken voorgesteld en wordt aangeleerd op welke manier hier efficiënt mee kan gewerkt worden. Hierna komen een aantal veel gebruikte tools aan bod zowel gericht op DNA-technologie als op eiwit-werk. Nadruk in deze component ligt op het leren gebruiken van de bio-informatica tools en niet op de achterliggende informatica. Vandaar dat deze cursus voornamelijk bestaat uit oefeningen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Ppt-cursus Bioinformatica beschikbaar op e-campus – Peter Partoens - Plantijnhogeschool 2008
Alle voorgestelde tools zijn publiekelijk toegankelijk op het internet.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
27,27
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
15
|
klokuren
|
68,18
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode
Er zal niet gepeild worden naar theoretische kennis. De student moet de correcte tools kunnen toepassen in oefeningen komende uit reeële onderzoekssituaties.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode
Er zal niet gepeild worden naar theoretische kennis. De student moet de correcte tools kunnen toepassen in oefeningen komende uit reeële onderzoekssituaties.
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - De stap naar de apotheek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Galencia
Wetgeving en tarificatie
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30204 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
10 |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
-2 |
Totaal studietijd: |
260 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Vandervoort Jo
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Galencia |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De stap naar de apotheek |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30205 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
90 |
Totaal aantal contacturen: |
nog niet beschikbaar |
Totaal studietijd: |
234 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vandervoort Jo
|
Nog geen gegevens gevonden
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Wetgeving en tarificatie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De stap naar de apotheek |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30206 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
nog niet beschikbaar |
Totaal studietijd: |
26 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
Nog geen gegevens gevonden
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Kwaliteitszorg en projectmanagement |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
POP
Projectmanagement
Toegepaste statistiek
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30207 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
33 |
Totaal studietijd: |
78 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Bruggeman Geert Van Vlaslaer Veerle
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Zie bij de componenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Projectmanagement |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Kwaliteitszorg en projectmanagement |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30208 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
20 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
15,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Bruggeman Geert
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Verbeterprojecten maken een belangrijk onderdeel uit van kwaliteitszorg. Projecten kunnen definiëren, plannen, begroten, organiseren, opvolgen en evalueren behoort steeds meer tot de kerntaken van procestechnici. Om projecten meer slaagkans te geven en efficiënt te laten verlopen worden systemen en technieken gehanteerd en hoort de projectleider zijn team daarin te coachen.
Met een of meerdere praktische situatie(s) als uitgangspunt maken we kennis met projectmanagementsystemen (zoals PMBOK, Prince 2, PDCA en APACA) en –technieken (Quality tools). Door ‘hands on ‘ te werken komen ook coaching vaardigheden aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Hij/zij heeft inzicht in projectmanagement
Hij/zij kan Quality Tools toepassen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
/
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
/
|
Andere begincompetenties
|
/
|
LEERINHOUDEN
|
Projectmanagement
Systemen voor projectmanagement
Quality Tools
|
STUDIEMATERIAAL
|
Syllabus Quality Tools (G. Bruggeman)
Theoriebundel “Kwaliteit en procesmanagement” (G. Bruggeman)
Casus(en)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
47,06
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
8
|
lesuren
|
47,06
|
studietijd buiten contacturen:
|
0
|
klokuren
|
00,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Beoordeling proces en resultaat van de casus
Schriftelijke integratieve toets INT7-4.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Individuele opdracht
Schriftelijke integratieve toets INT7-4.
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Toegepaste statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Kwaliteitszorg en projectmanagement |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30209 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
60 |
Totaal aantal contacturen: |
16 |
Totaal studietijd: |
46,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, procesoptimalisatie) en de externe (interlabstudies) kwaliteitscontroles.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
de student kan beslissen welke statistische methode voor welk probleem geschikt is en deze test ook concreet uitvoeren (opstellen van het proefopzet, uitvoeren van de experimenten, uitvoeren van de gepaste berekeningen en interpretatie van het resultaat)
de student kan een methode valideren (opstellen proefschema in functie van de validatieparameters, uitvoeren experimenten, berekenen van de parameters en interpretatie van het resultaat)
de student kan een optimalisatie van methode- of procesparameters uitvoeren volgens de simplexmethode
de student kan controlekaarten opzetten en lezen (interpreteren volgens leesregels)
de student kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole (interpretatie van de rapportering)
de student kan meewerken aan opstellen van kwaliteitshandboek en SOP’s
de student kent de basisprincipes van kwaliteitszorg
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
alle opleidingsonderdelen van 2de jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
passieve kennis Engels
|
LEERINHOUDEN
|
1. Interne QC a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie – lineariteit – robuustheid) b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma (met procescapabiliteit), AQL c. controlekaarten (met leesregels) 2. externe QC (interlab) a. Youdenplot b. zaagtandplot 3. Optimisatie: a. Fibonacci b. simplexmethode
|
STUDIEMATERIAAL
|
hoofdstukken 16 tem 20 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2008 “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de en 3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2008 rekenmachine
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
29,17
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
32
|
klokuren
|
66,67
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld. Zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel). Feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
integratieve toets. open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL, 2BL en 3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen. gebruik van een rekenmachine is toegelaten. samenstelling van de vragen: - hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities) - minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden).
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - POP |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Kwaliteitszorg en projectmanagement |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30210 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
20 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
15,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De studenten worden verplicht om tijdens hun studie binnen de Plantijnhogeschool een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) op te stellen. Het gebruik van een POP is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. De studenten worden aangeleerd hoe ze aan de hand van hun eigen studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht van zichzelf komen. Hierdoor komen zij op de arbeidsmarkt, niet alleen met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn zij ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan. De studenten worden op deze manier verplicht om de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling. De studenten hebben hierover per academiejaar een aantal afspraken met hun studieloopbaanbegeleider.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan reflecteren ove het eigen handelen binnen de onderwijsgroep.
- De student kan reflecteren over het eigen leerproces en op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen.
- De student leert denken in termen van leerdoelen en competenties en er is een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het POP is een kaft met tabbladen en invulformulieren. Vooraan zit een inhoudsopgave die je moet volgen. Bewaar alle documenten per onderdeel chronologisch waarbij het meest recente document bovenaan ligt. Deze kaft gaat jouw volledige opleiding mee. In dit POP horen de volgende gegevens thuis:
Studietijdmeting Archief van bereikte competenties Verslag van gesprekken met studieloopbaanbegeleider Werken in projectgroep (archief van je peerassessment formulieren en je persoonlijke verslagen van de reflectievergaderingen).
|
STUDIEMATERIAAL
|
Het algemene cgo-boek map met invulbladen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
21
|
klokuren
|
100,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De beoordeling van het POP gebeurt op basis van volledigheid door je studieloopbaanbegeleider. Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van afspraken, nakomen van de afspraken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
niet mogelijk
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Integratief lab, project en seminaries |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Seminaries
Integratief lab + project
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30211 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
16 |
Wegingscoëfficient: |
16 |
Totaal aantal contacturen: |
193 |
Totaal studietijd: |
416 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Integratief lab + project |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Integratief lab, project en seminaries |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30212 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
95 |
Totaal aantal contacturen: |
172 |
Totaal studietijd: |
395,2 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Theorie en praktijk zijn voor de component "Geïntegreerd lab" zeer nauw met elkaar verweven. Ook hier is de rode draad "van gen naar eiwit". Laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering, karakterisatiemethoden en gebruik van databanken worden ingeoefend. Bijzondere aandacht wordt besteed aan veilig- en kwaliteitsvol werken. Door specifieke opdrachten en projectwerk worden studenten vertrouwd met researchtechnieken en wordt het teamwerk bevorderd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student bezit na deze praktijksessies:
1.
goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, manipulatie van levende cellen (eukaryoten en prokaryoten) op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
2.
goede kennis van de principes van de methoden en technieken.
3.
voldoende informaticavaardigheden
4.
een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
De student kan na deze praktijksessies:
1.
eiwit- en nucleïnezuurdatabanken raadplegen en gebruiken.
2.
een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven.
3.
nauwkeurig klassieke analytische methoden en instrumentale analytische technieken uitvoeren.
4.
de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster.
5.
de resultaten statistisch verwerken.
6.
de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag en hierover mondeling rapporteren.
7.
een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften.
8.
veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet volgen en hij bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.
9.
op een correcte manier een job safety analyse uitvoeren en een SOP uitschrijven.
10.
in groep een opdracht uitvoeren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn in het 1ste en 2de opleidingsjaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
In het geïntegreerd lab komen verschillende aspecten uit de biochemie, biotechnologie en celbiologie aan bod. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden hierbij toegepast en ingeoefend. Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld. Zij worden gegeven door gastsprekers en kunnen momenteel nog niet ingevuld worden in de lesweken. Enkele bedrijfsbezoeken illustreren de samenhang tussen de verschillende delen.
Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden de student voor om te werken in een multiculturele en internationale omgeving.
Gedurende dit lab wordt ook tijd uitgetrokken voor een groot project rond het thema “De weg van gen naar eiwit” waarin de kennis aangeleerd tijdens de theorie en tijdens dit geïntegreerd practicum kan toegepast worden in een reeël biotechnologisch experiment.
Leerinhoud biotechnologie
Groeicurve van E.Coli
Isolatie nucleïnezuren (plasmiden uit bacteriën, chromosomaal DNA uit bloed en planten)
PCR-reacties
Digesties met restrictie-enzymen, ligaties, transvecties,…
Eiwit- en nucleïnezuurchromatografie en elektroforese
Blotten
Toepassen centrifugatie, concentreringstechnieken, dialyse, kleurreacties, karakterisatiemethoden,…
Gebruik databanken
Uitwerken opdracht rond "Analyse van het menselijk genoom"
Uitwerken individuele onderzoeksopdracht i.v.m. stage
Project “Van gen naar eiwit”
Leerinhoud celkweek
Aanleren van celmanipulatietechnieken (uitplaten, tellen)
Opsporen mycoplasma contaminatie
Cytotoxiciteitstest
|
STUDIEMATERIAAL
|
De labnota’s van het geïntegreerd lab bestaan uit verschillende delen:
a.
cursusdeel “Biotechnologie “ – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2008.
b.
cursusdeel “Celkweek en cytotoxiciteitstest“ – auteur: Rudolf Lucas – Blackboardcursus VALIM Intensief programma Breda 2007 (Engelstalige praktijknota’s).
c.
cursusdeel “Bioinformatica” – Peter Partoens - Plantijnhogeschool 2008.
d.
Manuals van bedrijven
e. Nota’s seminaries.
f. cursus: “Toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2008.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
168
|
lesuren
|
38,89
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
260
|
klokuren
|
60,19
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Evaluatie van de practica:
§
aanwezigheid
§
permanente evaluatie van praktische vaardigheden
§
evaluatie van verslagen
§
controle praktijkjournaal (labschrift)
§
uitvoeren job safety analyse
§
opstellen SOP
§
literatuuronderzoek opdrachten + presentatie en poster
§
uitvoeren project + presentatie
§
toetsing INT 7-4
Op het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
Puntenverdeling:
30% jaarwerk in lab
20% verslagen, presentaties
30% INT 7-4
20% project
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Voor de 2de zittijd blijven de punten van jaarwerk, verslagen/presentaties en project behouden. Enkel de integratieve toets 7-4 kan herdaan worden. De vraagstelling is analoog als in de 1ste zittijd
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Seminaries |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Integratief lab, project en seminaries |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30213 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
21 |
Totaal studietijd: |
20,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld. Zij worden gegeven door gastsprekers en kunnen momenteel nog niet ingevuld worden in de lesweken. Enkele bedrijfsbezoeken illustreren de samenhang tussen de verschillende delen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle OO van het eerste en het tweede opleidingsjaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Onderwerpen van de seminaries:
Waterzuiveringssystemen
Basisbegrippen LC-MS
Nieuwe ontwikkelingen in recombinant DNA werk
Recombinante expressie (met induceerbare systemen)
Gene silencing (met KOs, antisense, ribozymes, siRNA, dominant negatieven)
Site directed mutagenese en protein engineering
Studie van eiwitinteracties (met faagdisplay en Y2H)
|
STUDIEMATERIAAL
|
Nota’s van de verschillende gastsprekers
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
lesuren
|
48,78
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
48,78
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
§
Evaluatie van de seminaries gebeurt op het schriftelijke examen INT 7-2. Op dit schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
3 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 3FBT - Onderdelen - Stage + eindwerk |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
30214 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:8 |
Aantal studiepunten: |
23 |
Wegingscoëfficient: |
23 |
Totaal aantal contacturen: |
521 |
Totaal studietijd: |
598 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over 14 werkweken in de 2° periode van het derde academiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Tijdens de stage doet de student praktijkervaring op in een reële arbeidssituatie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn in het eerste en tweede programmajaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen uit periode 7
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over 14 werkweken in de 2° periode van het derde acedemiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland.
-
St
udenten uit de afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie komen meestal terecht in een biochemisch/biotechnologisch of microbiologisch onderzoekslaboratorium.
-
Zij kunnen o.a. de volgende opdrachten krijgen: het tot expressie brengen en opzuiveren van een recombinant eiwit, het on
derzoeken en optimaliseren van meetvoorwaarden bij de studie van receptoreiwitten of bij het op punt stellen van ELISA-technieken, het onderzoeken en opsporen van mutaties binnen een bepaalde familie enz...
-
Tijdens de stage-werkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een eindwerk, d.i. een uitgebreid verslag over het onderwerp dat nader werd onderzoch
t.
|
STUDIEMATERIAAL
|
De stagebrochure en de syllabus "Rapportering eindwerk"
Indien verder nodig, voorzien door de stagementor.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
520
|
lesuren
|
86,81
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
13,02
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.
Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 40% van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties:
de activiteiten gedurende de stageperiode: 60% (stagementor)
het eindwerk: 24% (stagementor + lezers)
de mondelinge presentatie en verdediging: 16% (jury)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Het eindwerk kan ingediend worden tegen de tweede examenperiode. De eindwerkverdediging gebeurt dan in de tweede zittijd.
Het eindwerk kan herschreven en opnieuw verdedigd worden indien dit de oorzaak is van niet slagen voor de totale stage.
Het praktische werk kan niet herdaan worden tijdens de maanden juli en augustus.
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|