|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Biochemie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Biomoleculen
Biomoleculen
Enzymmetingen: kinetiek & klinische toep
Metabolisme
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20046 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
100 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Caethoven Goele Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Biomoleculen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20156 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
41 |
Totaal aantal contacturen: |
21 |
Totaal studietijd: |
74,62 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Organische verbindingen nemen een belangrijke rol in in ons leven. De cursus Bio-organische chemie geeft een overzicht van de belangrijkste bio-moleculen. De eigenschappen van deze bio-moleculen zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en hun bijhorende reacties. Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende “bio”-organische chemie. Deze cursus vormt een basis voor de cursus “humane biochemie”.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na deze lessenreeks kent de student de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste (bio)-moleculen:
-
Heterocyclische en aromatische verbindingen
-
Koolhydraten
-
Lipiden
-
Nucleotiden en Nucleinezuren
Door deelname aan het dicussieforum werkt de student aan de ontwikkeling van volgende competenties:
-
ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid;
-
beheer van leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken onderkennen en relevante conclusies trekken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn voor opleidingsonderdeel Chemie, De cel, Bio-organische chemie, Instrumentele analyse I, Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Koolhydraten
- Indeling en nomenclatuur van de koolhydraten - Hayworth projectie en Fisher projectie - mono en disachariden - stereochemie van sacchariden - Aldosen - Ketosen - Desoxysuikers - Aminosuikers - Glycosiden - glycosilaminen Cyclische structuur van monosachariden - pyraan - furaan - glucofuranose - glucopyranose - anomeren Eigenschappen van monosacchariden - mutarotatie - reductie en oxidatie van suikers - isomerisatie Disacchariden: - soorten bindingen - maltose - cellobiose - lactose - saccharose - disacchariden met aminosuikers Polysacchariden: - cellulose - zetmeel (amylase, amylopectine) - inuline en levan - hyaluronzuur - pectine - glycogeen - heparine - pectinezuur - agar
Lipiden
Structuurelementen: - cis-trans - verzadigde en onverzadigde verbindingen - meervoudig onverzadigde verbindingen, geconjugeerde bindingen - hydrofoob/hydrofiel gedeelte Structuur belangrijkste elementen: - wassen - vetten - oliën - glyceriden - fosfolipiden - sfingolipiden - sulfolipiden - aminolipiden - glycolipiden - Prostaglandines - Terpenen, terpenoiden, cartenoiden - Sterioden - Stereochemie: cis en transbindingen in cyclische structuren en steroïden - Biomembranen - Lipoproteïne (chylomicronen, HDL, LDL) Belangrijkste reacties van lipiden: - oxidatie van oliën en vetten - hydrolyse - kengetallen van oliën en vetten: joodadditiegetal, zuurgetal,verzepingsgetal en estergetal.
Heterocyclische en aromatische verbindingen
- aromaticiteit - structuur en voorkomen van enkele belangrijke aromatische moleculen (benzeen, fenyl, fenolen, anilinen) - Congeneren (PCB’s, Dioxines) - structuur en voorkomen van enkele belangrijke heterocyclische moleculen (pyrool, furaan, thiofeen, imidazool, pyridine, pyrimidine, purinebasen en pyrimidinebasen) - profirinesysteem, heem
Nucleotiden en nucleïnezuren
- Nucleosiden
- Nucleotiden - Nucleïnezuren - DNA (Primaire structuur, Secundaire structuur, H-bruggen) - RNA - Fosfaatesters (structuur, hydrolyse) - NADH, NADPH - ATP, DMP, AMP, camp - Basisreacties van ATP en NADH/NADPH
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijk studiemateriaal:
-
cursus P. Vandevelde ‘Bio-organische chemie’
-
Blackboard voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps, discussiefora, FAQ
-
Molecuulmodellen
Aanbevolen studiemateriaal:
-
‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
-
'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
-
‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
-
‘Biochemistry’, Garrett, R.,H., Grisham, C. M., Brooks/Cole-Thomsom Learning, 2005, ISBN 0-534-41020-0
-
voor lipiden: http://www.lipidlibrary.co.uk/
-
Mindmaps
Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
lesuren
|
26,32
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
55
|
klokuren
|
72,37
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 4-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste bio-moleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 4-3 Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste bio-moleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Metabolisme |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20048 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
12 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
21,84 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De lessenreeks rond “Metabolisme” bestudeert hoe de biomoleculen worden omgezet in andere moleculen en de energetische gevolgen hiervan. Door de bespreking van een aantal reactieketens leert de student dat de kennis van het metabolisme in de cel kan gebruikt worden voor de identificatie van bepaalde micro-organismen, voor de productie van geneesmiddelen in de farmaceutische industrie en bij het aanwenden van enzymen in analytische bepalingsmethoden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Hij/zij heeft een elementaire kennis van en inzicht in de energievoorziening van de cel en enkele metabolische processen in de cel.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
OO De cel
OO Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het 1ste programmajaar
|
Andere begincompetenties
|
- Goede kennis van bio-organische chemie (biomoleculen)
|
LEERINHOUDEN
|
In deze opleidingscomponent wordt ingegaan op het metabolisme in de cel: hoe worden de biomoleculen omgezet in andere moleculen en wat kost dit aan energie of hoeveel energie komt hierbij vrij? Door de bespreking van een aantal reactieketens wordt duidelijk dat de kennis van het metabolisme in de cel kan gebruikt worden voor de identificatie van bepaalde micro-organismen, voor de productie van geneesmiddelen in de farmaceutische industrie en bij het aanwenden van enzymen in productieprocessen en analytische bepalingsmethoden.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
30,43
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
15
|
klokuren
|
65,22
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT4-3
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT4-3
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Enzymmetingen: kinetiek & klinische toep |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20049 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
47 |
Totaal aantal contacturen: |
50 |
Totaal studietijd: |
85,54 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Enzymmetingen: kinetiek en klinische toepassingen” worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken. Daarna worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de verschillende bepalingsmethoden. Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen. In laboratoriumoefeningen leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL316 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij
heeft op het einde van het jaar een goed inzicht in de werking van enzymen. Hij kent de beperkingen, de voorzorgen en de reactieomstandigheden waarin moet gewerkt worden bij de bepaling van enzymen en substraten in serum of plasma.
-
Hij/zij kan de geziene leerstof toepassen bij enzymbepalingen in bloed en bij het werken met ELISA’s en aanverwante technieken.
-
Hij/zij kan enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren. Hij kan de enzymkinetische parameters, Vmax en KM bepalen en de inhibitieconstante voor een inhibitor berekenen.
-
Hij/zij kan gebruik maken van kits voor de bepaling van de klinisch belangrijke enzymen en kan de instructies en werkvoorwaarden die in de bijsluiters van de kits vermeld staan in het kinetisch programma van de spectrofotometer inbrengen.
-
Hij/zij kan een aantal eenvoudige enzympatronen analyseren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
OO Eiwitten
OO De cel
OO Instrumentele analyse
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Het hele eerste programmajaar
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
In een eerste deel worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken.
-
In een tweede deel worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de
verschillende bepalingsmethoden. Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen.
-
In het laboratorium leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren:
-
De invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
-
Klinisch relevante enzyme
n en iso-enzymen worden bepaald in bloed van gezonde personen en vergeleken met concentraties in het bloed van patiënten met variabele symptomen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus: enzymmetingen (Peter Partoens)
- Ppt-presentaties van alle lessen zijn beschikbaar via e-campus
- praktijknota's (Peter Partoens)
- Manualen van verschillende firma's
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
18,00
|
practicum en oefeningen:
|
28
|
lesuren
|
28,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege
- Praktische oefeningen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT4-1
- De praktische oefening wordt geëvalueerd op basis van permantente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktische skills en verslag. Op de INT4-1 komen ook aspecten uit het prakticum aan bod.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de INT4-1 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Instrumentele analyse II |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info leerdoelen, doelstellingen en competenties : zie deelfiches van
Fluorescerend kenmerk
Ionen meten
Automaten in de klinische biochemie
Eiwitten voor gevorderden
Chromatografie voor gevorderden
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Fluorescerend kenmerk |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse II |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20157 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
24 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
37,44 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Fluorescerend kenmerk” wordt de emissie van het licht bestudeerd. Naast de fluorimetrie komen ook nefelometrie en vlamfotometrie aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Hij/zij kan een blokschema van een fluorimeter lezen en begrijpen. 2. Hij/zij is in staat om andere fotometrische technieken bij de juiste groep in te delen. 3. Hij/zij kent de verschillen tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied . 4. Hij/zij kan voor andere fotometrischetechnieken een blokschema op te stellen, en de onderdelen te benoemen, met vermelding van de specifieke eigenschappen van die onderdelen. 5. Hij/zij kent bij alle technieken het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal. 6. Hij/zij kent de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek. 7. Hij/zij doet praktijkervaring op :hij/zij kan analyses uitvoeren adhv de aangeleerde technieken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
leerstof 1BL chemie , en reeds geziene leerstof 1P2 OO2
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
- Gebruik maken van fluorescerende eigenschappen van een stof kan ook van pas komen bij bijvb.het opsporen van kinine in tonic. Ook in de onderzoekswereld zal men van deze bijzondere eigenschap gebruik maken. Zo komen we terecht bij de (spectro)fotometrische methoden onderdeel emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt.Vorig jaar in het oo onderdeel ‘stralen absorberen, kleuren meten’ is de absorptiespectrometrie onder de loopgenomen.
- In deze opdracht wordt enkel de emissie van licht bestudeerd.
Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden. Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus Fluorescerend kenmerk (T en P) van Reyniers Kathy
- E-campus: ppt's van de HO's en WE's
- Bb platform 2BL 2P4 OO2 instrumentele analyse II voor de opdrachten
- Zelfstudiepakket spectro op intranet
- bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie : voorbeelden
- Chemical Analysis : Modern instrumentation, methods and techniques, Francis Rouessac and Annick Rouessac, John Wiley & Sons, 2000, ISBN 0-471-97261-4
- Principles of Instrumental Analysis (5th ed), Douglas A. Skoog, F. James Holler and Timothy A. Nieman, Brooks Cole, 1997, ISBN 0-03-002078- 6
- Spectrometrische analysetechnieken, M.T.C. de Loos - Vollebregt, Heron reeks - Bohn Stafleu Van Loghum, 2004, ISBN 90-313-4142-8.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
19,51
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
19,51
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
24
|
klokuren
|
58,54
|
Verdere toelichting:
Onaangekondigde testjes 'Oplossingen maken'
Theorie HO's en werkcolleges met oefeningen.
Lab: roulementsysteem 'instrumentele analyse II
- de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
OC 1-4 worden zowel voor praktijk als voor INT als een geheel beschouwd.
Evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht : elke afwezigheid moet gewettigd worden
onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20 voor onderdeel A A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht / 10 verslagen / 10
B:INT4-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen / 40
C: Onaangekondige testjes 'Oplossingen maken' /10
D. ?nieuw 0809 : mondeling examen OC 1-5 (wordt nog besproken)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid naar 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel B kan hernomen worden : INT4-2 schriftelijk examen / 40 en D?
de verworven punten van A en C 1° examenperiode blijven behouden de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Ionen meten |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse II |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20081 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
13 |
Totaal aantal contacturen: |
11 |
Totaal studietijd: |
20,28 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De lessenreeks “Ionen meten” is een uitbreiding op de onderwijseenheid “pH-metingen” van de derde periode. In deze reeks bespreken we bepalingen aan de hand van ISE’s die toelaten elektrolyten te kwantificeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Hij/zij kan het onderscheid tussen de verschillende typen ISE 2. Hij/zij kent de elektroden die in een bloedgasapparaat worden gebruikt
. Na het uitvoeren van deze opdracht kan hij/zij
• een opstelling maken voor statische potentiometrische bepaling
• een bepaling uitvoeren met een ISE
• de bekomen meetwaarden correct verwerken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
leerstof P1 chemie , en reeds geziene leerstof P2 OO2
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
.
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Door de elektrolyten oa Na, K, Ca en Mg,Cl,… in serum te bepalen kan men een inzicht krijgen in de totale elektrolyt-en waterhuishouding. Het opmaken van deze balans kan een belangrijke bijdrage leveren tot de diagnostiek. Als uitbreiding op OO’ pH metingen’ 1P3 , zullen we bepalingen adhv ionselectieve elektroden bespreken die ons toelaten die elektrolyten te kwantificeren. Dergelijke ISE's hebben zowel bij het in vitro als in vivo onderzoek veel toepassing gevonden.Deze meeste van deze metingen behoren tot de groep van de potentiometrische bepalingen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus Ionen meten (T en P) van Reyniers Kathy E-campus : ppt's van HO's en WE's Bb platform 2BL P4 OO2 instrumentele analyse II voor de opdrachten Bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie: voorbeelden
- Chemical Analysis : Modern instrumentation, methods and techniques, Francis Rouessac and Annick Rouessac, John Wiley & Sons, 2000, ISBN 0-471-97261-4
- Principles of Instrumental Analysis (5th ed), Douglas A. Skoog, F. James Holler and Timothy A. Nieman, Brooks Cole, 1997, ISBN 0-03-002078- 6
- Spectrometrische analysetechnieken, M.T.C. de Loos - Vollebregt, Heron reeks - Bohn Stafleu Van Loghum, 2004, ISBN 90-313-4142-8.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
27,27
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
18,18
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
11
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
Onaangekondigde testjes 'Oplossingen maken'
Theorie HO's en werkcolleges met oefeningen.
Lab: roulementsysteem 'instrumentele analyse II
- de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
OC 1-4 worden zowel voor praktijk als voor INT als een geheel beschouwd.
Evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht : elke afwezigheid moet gewettigd worden
onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20 voor onderdeel A A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht / 10 verslagen / 10
B:INT4-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen / 40
C: Onaangekondige testjes 'Oplossingen maken' /10
D. ?nieuw 0809 : mondeling examen OC 1-5 (wordt nog besproken)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid naar 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel B kan hernomen worden : INT4-2 schriftelijk examen / 40 en D?
de verworven punten van A en C 1° examenperiode blijven behouden de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Automaten in de klinische biochemie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse II |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20082 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
11 |
Totaal studietijd: |
23,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vanhentenrijk Chris
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In “Automaten in de klinische biochemie” wordt een overzicht gegeven van het grote gamma van analyses die ingezet worden voor de klinische chemie. De analyses op serumstalen zijn vaak gebaseerd op fotometrie en/of ionselectieve metingen. Er wordt gestreefd naar voldoende inzicht in het principe van de analysemethoden en van de inwendige opbouw van de apparaten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Hij/zij krijgt een een vrij goed overzicht van de analysers die in de klinische laboratoria gebruikt worden. 2. Bij het uitvoeren van deze opdracht leert hij/zij
• de bespreking van typevoorbeelden .
• een blokschema van een klin. analyser te lezen en begrijpen.
• het verband te leggen tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal.
• de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Chemie, Instrumentele analyse I
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
"Een patiënt B heeft een hartinfarct met een cardiogene shock. Zijn de leverfuncties gestoord?" …
Zo komen er per dag tal van aanvragen binnen: voor verschillende patiënten, verschillende parameters.Dankzij de automatisatie in het labo , is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd ,voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen. In dit theoretisch gedeelte wordt er een overzicht gegeven van het grote gamma van analysers die ingezet worden voor de klinische chemie. De analyses op oa serumstalen zijn vaak gebaseerd op fotometrie en / of ionselectieve metingen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
cursus Automaten in de klinische biochemie van Reyniers Kathy
w
Bb platform 2BL P4 OO2
w
Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2 als naslagwerk
w
Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
37,04
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
59,26
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT4-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen; / 15
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
NT4-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen / 15
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Eiwitanalyse voor gevorderden |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse II |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20083 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
13 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
20,28 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het deel “Eiwittenscheiding voor gevorderden” is een verdere uitdiepingen van de in periode 2 geziene leerstof. Deze onderwijseenheden bieden een waaier van elektroforetische technieken aan zoals immunofixatie-elektroforese (IFE) en iso-elektrofocusering (IEF). Ook CZE wordt besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. CZE: hij/zij leert : het principe van CZE ; het blokschema van het toestel te lezen en te begrijpen ; het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal ; de mogelijkheden en de beperkingen van de techniek.
2. Elektrofrese Na het uitvoeren van deze opdracht kan hij/zij: een opstelling maken voor een elektroforese van IFE en iso-elektrofocussering (IEF) en de elektroforese uitvoeren ; . een commerciële kit gebruiken ; een kwalitatieve bepaling uitvoeren: di de verschillende eiwitfracties benoemen ( per soort elektroforese) ; het normaalpatroon ( per soort elektroforese) schetsen – (strip) ; de resultaten van de abnormale beoordelen (vgl met een normaalpatroon -strip)
3. Densitometrie : Na het uitvoeren van deze opdracht kan hij/zij: een strip scannen ; een kwantitatieve bepaling uitvoeren: di de % samenstelling van de verschillende eiwitfracties geven ( per strip) ; het normaalpatroon ( per soort elektroforese SPE,LDH,Lipo,..) kunnen schetsen – (scan) ; de scanresultaten van de abnormale stalen beoordelen:vgl met een normaalpatroon – gebruik de termen hypo,normo,
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
1P2 OO Eiwitten
1P2 OO Instrumentele analyse I
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Deze opleidingscomponent biedt je een waaier van elektroforetische technieken aan. Oa IFE , IFE alsook CZE komen aan bod.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus Eiwitanalyse voor gevorderden (T en P) van Reyniers Kathy E-campus: ppt's van de HO's en WE's Bb platform 2BL 2P4 OO2 instrumentele analyse II voor de opdrachten Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2 (naslagwerk)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
34,78
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
17,39
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
10
|
klokuren
|
43,48
|
Verdere toelichting:
Onaangekondigde testjes 'Oplossingen maken'
Theorie HO's en werkcolleges met oefeningen.
Lab: roulementsysteem 'instrumentele analyse II
- de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
OC 1-4 worden zowel voor praktijk als voor INT als een geheel beschouwd.
Evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht : elke afwezigheid moet gewettigd worden
onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20 voor onderdeel A A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht / 10 verslagen / 10
B:INT4-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen / 40
C: Onaangekondige testjes 'Oplossingen maken' /10
D. ?nieuw 0809 : mondeling examen OC 1-5 (wordt nog besproken)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid naar 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel B kan hernomen worden : INT4-2 schriftelijk examen / 40 en D?
de verworven punten van A en C 1° examenperiode blijven behouden de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Chromatografie voor gevorderden |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse II |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20084 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
35 |
Totaal aantal contacturen: |
31 |
Totaal studietijd: |
54,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het deel “Chromatografie voor gevorderden” is een verdere uitdiepingen van de in periode 2 geziene leerstof. :high performance liquid chromatography (HPLC) en gaschromatografie (GC) praktisch worden onder de loep genomen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na deze lessenreeks kent de student:
- HPLC basisopstelling
- Verschil absorptiechromatografie en verdelingschromatografie
- Verschil RP en NP
- Verschil externe standaard methode , interne standaardmethode en de standaard additiemethode
Na deze lessenreeks kan de hij/zij:
·
Een chromatografiescheiding uitvoeren, zowel GC als HPLC Een chromatogram bespreken
·
De externe standaard methode toepassen in de chromatografie (vraagstukken en praktijk)
·
De interne standaard methode toepassen in de chromatografie (vraagstukken en praktijk)
·
De standaard additiemethode toepassen in de chromatografie (vraagstukken)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
1P2 OO Instrumentele analyse I
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Perdolan, codeïne, … ontstekingsremmers zijn samengestelde pijnstillers
Oa via HPLC kan men nagaan hoeveel van het actief bestanddeel aanwezig is in een tablet.
Waarvoor staan de chromatografische technieken HPLC en GC, en wat voor analyse methoden past men hier toe?
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus Chromatografie voor gevorderden van Reyniers Kathy
- E-campus: ppt's van de HO's en WE's
- Bb platform 2BL 2P4 OO2 instrumentele analyse II voor de opdrachten
-
- bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie : voorbeelden
- Chemical Analysis : Modern instrumentation, methods and techniques, Francis Rouessac and Annick Rouessac, John Wiley & Sons, 2000, ISBN 0-471-97261-4
- Principles of Instrumental Analysis (5th ed), Douglas A. Skoog, F. James Holler and Timothy A. Nieman, Brooks Cole, 1997, ISBN 0-03-002078- 6
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
22,95
|
practicum en oefeningen:
|
16
|
lesuren
|
26,23
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
49,18
|
Verdere toelichting:
Onaangekondigde testjes 'Oplossingen maken'
Theorie HO's en werkcolleges met oefeningen.
Lab: roulementsysteem 'instrumentele analyse II
- de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
OC 1-4 worden zowel voor praktijk als voor INT als een geheel beschouwd.
Evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht : elke afwezigheid moet gewettigd worden
onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20 voor onderdeel A A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht / 10 verslagen / 10 B:INT4-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen / 40
C: Onaangekondige testjes 'Oplossingen maken' /10
D. ?nieuw 0809 : mondeling examen OC 1-5 (wordt nog besproken)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid naar 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel B kan hernomen worden : INT4-2 schriftelijk examen / 40 en D?
de verworven punten van A en C 1° examenperiode blijven behouden de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Hemostase |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20075 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
32 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hemostase is het proces dat enerzijds zorgt voor het stelpen van bloedingen en anderszijds de circulatie van het bloed in het bloedvatenstelsel toelaat.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kent de mechanismen van de verschillende stollingsprocessen en de fibrinolyse
-
De student kent de rolen de eigenschappen van de bloedplaatjes binnen de stolling.
-
De student kent de verschillende stollingstesten die afwijkingen kunnen aantonen in verschillende stollingsprocessen
-
De student kent de invloed van anticoagulantia op de stolling
- De student kent de nodige pre-analytische aspecten van stolling, evenals referentiewaarden van de belangrijkste stollingsparameters.
- de student kan verschillende stollingstesten uitvoeren en interpreteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Hematologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Kennis van celmorfologie
Grondige kennis van basisbiochemie (eiwitten, enzymen en suikers)
Grondige kennis anatomie (bloedvatenstelsel)
Internet
|
LEERINHOUDEN
|
-
Rol bloedvat in hemostase
-
Bloedplaatjes (trombopoiese-morfologie- functie binnen de hemostase)
-
Primaire Hemostase ( werking + labotesten)
-
Secundaire Hemostase ( Werking -inhibitoren - labotesten)
-
Fibrinolyse
- Anticoagulantia voor medisch gebruik (heparines + orale anticoagulantia)
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Cursus
-
Actuele Websites
-
Boeken (zie bibliotheek)
- Internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
16
|
lesuren
|
18,39
|
practicum en oefeningen:
|
12
|
lesuren
|
13,79
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
55
|
klokuren
|
63,22
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
INT 4-3
- Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
INT 4-3
- Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Project: Evolutie actieve metingen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20085 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
64 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het project van deze periode: “Evolutie van “actieve” metingen” leert de studenten opzoekwerk verrichten in verband met parameters, automaat en klinische achtergrond van de problemen van een patiënt in een specifieke casus. In praktijksessies leren ze het gebruik commerciële kits waarbij de klinisch relevante enzymen en iso-enzymen worden bepaald in bloed van gezonde personen en vergeleken met concentraties in het bloed van patiënten met variabele symptomen. Een tweede deel omvat de statistische verwerking van opgegeven meetresultaten. De studenten schatten in wanneer welke hypothesetesten moeten uitgevoerd worden. De verwerking van de bekomen informatie resulteert in een beknopt verslag en een presentatie voor de hele groep studenten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij leert vakoverschrijdend te denken.De domeinen klin. biochemie, instrumentele analyse (basispricipes en automaten) en statistiek komen hier aan bod.
-
Hij/zij kan via literatuurstudie en de reeds aangereikte leerstof het verband leggen tussen de( voornaamste) te bepalen parameters uit de klinische biochemie en de opgegeven casus.
-
Hij/zij kan een automaat (geen typevoorbeeld) bespreken die deze parameters zal bepalen.
-
Hij/zij kent de basisprincipes van de metingen van deze automaat.
-
Hij/zij is in staat een opgegeven enzymatische bepaling volledig correct uit te voeren.
-
Hij/zij kent de factoren die invloed hebben op de enzymatische bepaling.
-
Hij/zij is in staat de commerciële kits te hanteren.
-
Hij/zij kan een totaalprofiel van de patiënt maken.
-
Hij/zij ziet de evolutie van de praktijksituaties voor wat enzymatische bepalingen aangaat.
-
Hij/zij is in staat om uitgaande van een reeks opgegeven meetwaarden een aantal basisstatistische bewerkingen uit te voeren, en de juiste conclusies te trekken.
-
Hij/zij is in staat een duidelijk verslag te maken van deel 1A, 2 (praktijk), en de juiste conclusies te trekken.
-
Hij/zij is in staat adhv een duidelijke casubespreking (groepswerk) voor te leggen aan de 2BLmedestudenten en lectoren (ppt).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
leerstof 1° jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
leerstof :HO,WE en PR van 2P4
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Deel 1: Casuspatiënt
1A: Opzoekwerk rond gegeven onderwerp of casuspatiënt .
1B:Praktijk: uitvoeren van de opgegeven manule test, en gebruik commerciële kits.
Deel 2: Statistische verwerking van opgegeven
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projectboek
·
met voor deel 1:
serumstalen ; casus patiëntgegevens ; receptuur opgegeven parameter;
commerciële kits per groep
·
met voor deel 2: reeks meetgegevens voor de statisctische berekeningen per groep
Internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
05,00
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
10,00
|
vormen van groepsleren:
|
50
|
lesuren
|
62,50
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
20,00
|
Verdere toelichting:
groepswerk en labo in groep
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
·
evaluatie van het 'groepsproces' (25% van de punten)
criteria
- gevolgde methodiek
- stappenplan om tot product te komen
- overeenstemming tussen planning en realisatie
- taakverdeling
- uitvoering taken
- vergadertechniek
- omgaan met feedback
middelen
- projectmap (zie algemene cgo-boek)
- opvolging door tutor
- reflectievergadering
·
evaluatie van het 'groepsproduct' (25% van de punten)
-
uitwerking van de vergelijkende studie in een duidelijk rapport. tekst en grafieken in Word en Excel.
-
Presentatie van de studie voor de hele klasgroep in een zelf gekozen vorm.
criteria
- correctheid van de experimenten
- correctheid van de uitvoering van de experimenten
- Resultaat van de opzoekopdrachten
middelen
beoordeling door de tutor en de projectverantwoordelijke lectoren (vergelijking met de resultaten van de andere groepen)
·
evalutatie van de individuele bijdrage (25% van de punten)
criteria
- aanwezigheid tijdens projectgroepbijeenkomsten
- actieve inbreng
- constructieve omgang
- uitvoeren van taken
- nakomen van afspraken
- communicatieve aspecten
- omgaan met feedback
middelen
-
individuele bijdragenaan projectmap
-
reflectievergadering
evaluatie van de tijdens de projectweken veworven cognitieve vaardigheden (25% van de punten)
criteria
begrijpen van aangevraagde basisanalyses
correct inschatten van belang pre- en analytische fase
middelen
individuele, schriftelijke toets
evaluatie van de tijdens de projectweken veworven cognitieve vaardigheden (25% van de punten)
criteria
begrijpen van aangevraagde basisanalyses
correct inschatten van belang pre- en analytische fase
middelen
individuele, schriftelijke toets
In geval van afwezigheid tijdens de projectweken en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Moleculaire genetica |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Het voortplantingsstelsel |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20158 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
17 |
Totaal aantal contacturen: |
15 |
Totaal studietijd: |
30,94 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus beschrijft het voortplantingsstelsel van de mens in al zijn aspecten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de anatomie van het voortplantingsstelsel begrijpen
- de rol van de hormonen bij de voortplanting erkennen
- de ontwikkeling van de foetus na de bevruchting kun volgen tot bij de geboorte
- de invloed van diverse factoren op de vruchtbaarheid kunnen verduidelijken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Kennis van de cel, weefsels, organen en stelsels
|
LEERINHOUDEN
|
- de seksuele differentiatie
- de anatomie van het vrouwelijk geslachtsapparaat
- de anatomie van het mannelijk geslachtsapparaat
- hormonale cycli en regelingen
- de bevruchting
- het verloop van de zwangerschap
- de geboorte
- factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden
- anticonceptiemiddelen
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- vormen van seksuele activiteit en seksuele aanpassingsproblemen
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus biologie deel 11: voortplanting bij de mens - Rob Asselberg
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
40,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
57,14
|
Verdere toelichting:
7 hoorcolleges
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-1
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Erfelijkheid |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20055 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
19 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
34,58 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus geeft een beknopte inleiding tot de klassieke en moderne genetica
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Het mechanische van de delende cel begrijpen
- De embryonale ontwikkelingen kunnen volgen.
- Inzicht hebben in de erfelijkheidswetten, opgesteld na proeven met planten en dieren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
kennis van de cel
|
LEERINHOUDEN
|
- de meiose of reductiedeling
- generatieve voortplanting
- inleiding tot de klassieke genetica
- monohybride kruisingen
- dihybride kruisingen
- inleiding tot de moderne genetica
- overerving van het geslacht
- bevolkingsgenetica
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus biologie deel 5: genetica - Rob Asselberg
- microscopische preparaten mitose, embryonale ontwikkeling
- wandplaat mitose en meiose
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
16
|
lesuren
|
41,03
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
22
|
klokuren
|
56,41
|
Verdere toelichting:
- 9 hoorcolleges (van 1 uur)
- 7 werkcolleges (van 1 uur)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Genexpressie en -regulatie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20056 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
24 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
43,68 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Genexpressie en –regulatie”wordt bekeken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Hoewel de erfelijke informatie in alle cellen van een organisme hetzelfde is, verschillen de cellen toch sterk in vorm en biologische functie (vb. hersencel en bloedcel). Blijkbaar komen niet alle genen in elke cel tot expressie. Ook dit aspect van genexpressie wordt hier behandeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student ervaart dat de weg van gen naar eiwit lang en bochtig is.
-
Hij/zij ziet in dat de genetische code alles stuurt en werkt in het centrale dogma van de gentechnologie (Dogma van Crick).
-
Hij/zij moet inzien dat fouten in het erfelijk materiaal verantwoordelijk zijn voor tal van ziektebeelden.
-
De student dient te beseffen dat ondanks alle genen in elke cel aanwezig zijn, er een selectieve expressie is in functie van het celtype.
-
De student moet zich stilaan bewust worden van het feit dat er naast de genetica tal van epigenetische fenomenen spelen bij cel- en genfunctie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
De belangrijkste moleculen uit de bio-organische chemie en de opbouw van de cel moeten gekend zijn.
De student bezit voldoende kennis rond eiwitten en hun opbouw met de verschillende structuurniveau's (primair, secundair, tertiair, kwaternair en de verdere associaties).
De opbouw van het menselijk erfelijk materiaal is grondig gekend en dit moet parate kennis vormen.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het menselijk erfelijk materiaal
- De genetische code
- Het dogma van Crick
- De weg van gen naar eiwit
- Bacterie- en virusgenetica surplus
- Wijzigingen in erfelijk materiaal
- Regulatie van genexpressie
- Epigenetica
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus "PCR- Exponentiële amplificatie van erfelijk materiaal" Harry Robberecht. Kluwer Editorial 1999. ISBN 90 6716880 7
Powerpoint slides Auteur: Karen Pittois
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
16
|
lesuren
|
34,04
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
63,83
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- maakt deel uit van INT5-1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- maakt deel uit van INT5-1
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Moleculaire diagnostiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20057 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
40 |
Totaal aantal contacturen: |
30 |
Totaal studietijd: |
72,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. In de cursus “Moleculaire diagnostiek” wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als micro-arrays en gentherapie komen aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student ervaart dat eiwitdiagnostiek meer en meer moet wijken voor de gendiagnose.
- De extreme gevoeligheid van genonderzoek kan omslaan in een nadeel. PCR is een boemerang, indien niet voldoende gecontroleerd.
- Hij/zij ervaart dat electroforese van eiwitten steunt op dezelfde beweeglijkheid als bij DNA-fragmenten.
- De student ervaart dat het belang van PCR nooit overschat kan worden.
- De varianten van PCR zijn niet te tellen, maar de student moet aanvoelen dat creativiteit de limiet is.
- De impact van real-time (kwantitatieve) PCR is momenteel niet in te schatten. De student moet dit aanvoelen.
- De inbreng van hybridisatie in genprofielen en de pleiade aan toepassingen moet duidelijk geregistreerd worden.
- Gendiagnostiek is niet alleen in klinisch onderzoek waardevol. Tal van andere applicatievormen worden vernoemd. De student ervaart dat naast genetics, ook genomics in de breedste betekenis meer en meer aan belang gaat winnen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
- Genen en erfelijk materiaal is bezitte kennis.
- Gen naar eiwit is verstaanbaar en reproduceerbaar.
- De vier krachten, die alles bepalen en sturen, worden ook hier teruggevonden en dit is verstaanbaar.
|
LEERINHOUDEN
|
- Gendiagnose
- DNA-profiel
- Toepassingen in
- Microbiologie
- Hematologie
- Genetische afwijkingen
- Immunologie
- Carcino
- Forensic research
- The bright future
- DNA-chips
- Proteomics
- Genomics
|
STUDIEMATERIAAL
|
- PCR. Exponentiële amplificatie van erfelijk materiaal. Kluwer Editoriaal. 1999.
- Cursus 'Den deze of diegenen' Auteur: Harry Robberecht. (bruikbaar voor meerdere delen).
- Powerpoint slides. Auteur: Karen Pittois.
- Boek: Principles of gene manipulation and genomics. S. Primrose en R. Twyman. Blackwell Publishing Ltd. 2006. (beschikbaar in bib)
- Boek: From genes to genomes. Concepts and applications of DNA technology. J. Dale en M. von Schantz. Wiley 2007. (beschikbaar in bib)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
lesuren
|
32,50
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
62,50
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met interactieve inbreng
- Zelfstudiepakketjes
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Maakt deel uit van INT5-1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Maakt deel uit van INT5-1
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Immunologie |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
voor alle info ivm doelstellingen, competenties en leerinhouden zie deelfiches van :
Specifiek verweer
Celdifferentiatie en immuun-hematologie
Immunologische apparaten
n Oogje op cellen
Humane microscopische anatomie
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Specifiek verweer |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20092 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
15 |
Totaal studietijd: |
42,12 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks worden de begrippen antigenen, antistoffen en complement grondig uitgelegd. Heel wat aandacht wordt besteed aan het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen. Monoclonale antilichamen, vaccinatie en verweer tegen infecties sluiten deze lessenreeks af.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student ervaart dat, naast het niet-specifiek verweer, er ook specifieke verdedigingssystemen zijn, die de mens tegen het ontstaan van infecties beschermen.
De student registreert weerom, dat ook de specifieke vleugel van het immuunsysteem steunt op cellen en eiwitten (immunoglobulines en cytokines).
Hij/zij ervaart dat twee centrale begrippen in het verweer zijn: antigenen en antilichamen.
De student kent de produktie en de toepassingen van monoclonale antilichamen en beseft dat het belang hiervan nooit overschat kan worden.
Hij/zij dient zich ervan bewust te zijn dat de klinisch-relevante antigenen zijn: erythrocytair (ABO- en Rhesus) en cellulair (HLA- met de klasse 1 en 2-eiwitten).
Hij/zij kent de vier varianten van immuniteit (met de twee aktieve en de twee passieve vormen).
Vaccinatie wordt een paraat bezit.
Hij/zij ervaart dat het specifiek verweer tegen bacteriën, virussen en parasieten zal verschillen.
De student dient duidelijk te beseffen dat het beschermend systeem kan ontsporen (hypo-, hyper- en auto-) en hij moet ook nu reeds beseffen dat bij transfusie, transplantatie en kanker er immunologische processen spelen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Alle opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
De belangrijkste moleculen uit de bio-organische chemie, de opbouw van de cel en de structuur van eiwitten moeten gekend zijn.
Het niet-specifiek verweer met zijn cellen en eiwitten is paraat bezit voor de student.
|
LEERINHOUDEN
|
Het immuunsysteem
De vijandige wereld
Antigenen (vooral de klinisch relevante motieven)
Antilichamen (met nadruk op monoclonale met hun productie en vooral de toepassingen in diagnostiek en therapie)
Immuniteit met de artificiële ontwikkeling via vaccinatie
Verweer met niet-specifiek en specifiek karakter geïntegreerd (tegen bacterieën, virussen, parasieten).
Introductie naar komend jaar: het immuunsysteem kan ook ontsporen, maar het blijft betrokken (bij transfusie, transplantatie, kanker).
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: "Het specifiek verweer". Auteur: Harry Robberecht.
Powerpoint slides. Auteur: Karen Pittois.
Boek « Immunology » Lippincott’s Illustrated Reviews.
Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe
Wolters Kluwer. ISBN 0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2. Verplichte aanschaf, ook voor gebruik in 3e jaar.
Sesam Atlas van de immunologie. Burmester. Sesam uitg. ISBN 9055744735.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
31,11
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
66,67
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges en werkcolleges met meerkeuzevragen en inzichtsvragen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-2
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-2
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Celdifferentiatie en immuun-hematologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20093 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
33 |
Totaal aantal contacturen: |
35 |
Totaal studietijd: |
77,22 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Flies Reinoud Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze lessenreeks beoogt de laboratoriumtechnische en klinische aspecten van de bloedgroepenproblematiek in de volle breedte van het gebied - d.w.z. het serologisch onderzoek, bloedgroep, antigenen en antilichamen en de toepassingen in de bloedtransfusie - op diepgaande wijze aan de orde te stellen. Niet alleen de theoretische achtergronden worden uitvoerig belicht. In het practicum worden de bloedgroepen met de rhesus- en ondergroepbepalingen eveneens ingeoefend.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kent de eigenschappen van de witte bloedcellen in al zijn aspecten en enkele patologische processen.
-
De student kent de belangrijkste referentiewaarden m.b.t. witte bloedcellen.
-
ABO-en Rhesussysteem kennen, te weten structuur, antigenen, antistoffen en verschillende bepalingstechnieken plus bepaalde erfelijkheidsaspecten.
-
Zwangerschapsproblematiek m.b.t. ABO-en Rhesussysteem.
-
De student kent het principe van de Coombs-reactie.
- De student kent de pre-analytische condities
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Hematologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
-
Kennis van celstructuur
-
Kennis van basisbiochemie in het bijzonder eiwitten, enzymen en suikers
-
Basiskennis genetica
-
Basiskennis immunologie
-
Basiskennis anatomie (beenmerg, bloedsomloop, hematopoietische organen)
-
Basiskennis microbiologie
- Internet (gericht zoeken)
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Cursus
-
Actuele Websites
-
Boeken (zie bibliotheek)
- Internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
21,18
|
practicum en oefeningen:
|
16
|
lesuren
|
18,82
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
58,82
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-2
Voor vakspecifieke vragen kan een mondeling examen ingericht worden
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Immunologische apparaten |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20094 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
23 |
Totaal studietijd: |
35,1 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
“Immunologische apparaten”. Ook in de wereld van de immunologische bepalingen is de automatisatie een feit. TDx , IMx Elecsys ,... ,FPIA, MEIA ICIA,ECL,.....,reagentia kits, calibratoren, controles;...: dit zijn termen die in deze lessenreeks aan bod komen .
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Hij/zij krijgt een vrij goed overzicht van de immunologische analysers die in laboratoria gebruikt worden.
Hij/zij leert bij het uitvoeren van deze opdracht :
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- P1: alle OO
- P2: Instrumentele analyse I
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- P4: Fluorescerend kenmerk
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Bespreking van enkele typevoorbeelden oa.
TDx met het FPIA principe; IMx met het MEIA en ICIA principe; Elecsys met het ECL
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus Immonologische apparaten Reyniers K.
- E-campus: ppt's van de HO's en WE's
- handig naslagwerk:Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2
- Bb cursus Immunologie voor de opdrachten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
27,03
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
12
|
lesuren
|
32,43
|
studietijd buiten contacturen:
|
14
|
klokuren
|
37,84
|
Verdere toelichting:
HO, WE en groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
A: groepswerk: (of voor immunologsiche apparaten of voor 'n oogje op cellen) bondig verslag van max 10 blzn ( /2.5) en groepspresentatie van max 10 slides ( /5) rond een afgesproken deelthema; het groepscijfer wordt aangevuld met een beoordeling waarbij de studenten elkaar evalueren volgens hun bijdrage aan het groepswerk (peerassessment) ( /2.5) /10
B: INT5-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen als open vragen en casusvragen /30
de punten verworden op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel B kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /30
De verworven punten van A in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10).
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Een oogje op cellen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20095 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
19 |
Totaal studietijd: |
51,48 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de onderwijseenheid "'n Oogje op cellen" komen de flowcytometrie en de hematologische automaten aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
P1 alle OO
P2 Instrumentele analyse
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
P4 Fluorescerend kenmerk
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
''Bijwerkingen chemotherapie: Chemotherapie verstoort de aanmaak van nieuwe bloedlichaampjes. Artsen noemen dit probleem beenmergonderdrukking. De mogelijke gevolgen: vermoeidheid door bloedarmoede, infectiegevaar door een tekort aan witte bloedlichaampjes en het risico op bloedingen die niet overgaan. Door goed op te letten en zo nodig door aanvullende medische behandelingen zijn deze problemen over het algemeen goed te voorkomen of te behandelen.''
- Goed opletten betekent dat men steeds op de hoogte moet blijven van het aantal rode, witte bloedcellen en van de trombocyten. Dit kan vrij snel gebeuren met behulp van de cellentellers: dit zijn de automaten van de hematologie.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus :'n Oogje op cellen Reyniers K.
- E-campus: ppt's van de HO's en WE's
- Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2 (naslagwerk)
- BB platforum cursus 2BL P5 OO Immunologie voor opdrachten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
14,55
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
10
|
lesuren
|
18,18
|
studietijd buiten contacturen:
|
36
|
klokuren
|
65,45
|
Verdere toelichting:
HO, bedrijfsbezoek en/of bezoek aan een (medisch) labo, groepswerk: poster
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
A: groepswerk: groepsposter (of voor immunologsiche apparaten of voor 'n oogje op cellen)( /5) in verband met een afgesproken deelthema; het groepscijfer wordt aangevuld met een beoordeling waarbij de studenten elkaar evalueren volgens hun bijdrage aan het groepswerk (peerassessment) ( /5) /10
B: INT5-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen als open vragen en casusvragen /30
de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel B kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /30
De verworven punten van A in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Humane microscopische anatomie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20096 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
12 |
Totaal aantal contacturen: |
11 |
Totaal studietijd: |
28,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het maken van histologische preparaten verloopt in een aantal fasen. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student is vertrouwd met de problematiek van de staalafname en het uitvoeren van de analyses.
Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
OO De cel: P1
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Met het microtoom worden coupes gemaakt. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Praktijknota's (P. Winnen)
Platenatlas histologie: Di Fiore's atlas of histology V.P. Eroschenko 8ste editie ISBN 0-683-02818-9 Williams & Wilkins
Histologische preparaten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
06,45
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
25,81
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
64,52
|
Verdere toelichting:
Werkcollege
Praktijksessies
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Aanwezigheid in de praktijksessies
Doorlopende evaluatie tijdens de practica met praktische eindproef
Schriftelijk (INT5-2) eindexamen over de histologische technieken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een praktisch en schriftelijk (INT5-2) eindexamen over de histologische technieken
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Project: Prenataal onderzoek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20097 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
38 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het aansluitend project in deze periode handelt over "Prenataal onderzoek". Aan de hand van dit onderwerp zullen de studenten ook vertrouwd geraken met de technologie van immunodetectie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Hij/zij leert vakoverschrijdend te denken.De domeinen klin. biochemie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod. 2. Hij/zij heeft via literatuurstudie, labowerk en de reeds aangereikte leerstof inzicht in het prenatale onderzoek. 3. Hij/zij kent de basisprincipes van immunodetectie 4. Hij/zij is in staat een opgegeven ELISA bepaling volledig correct uit te voeren en de resultaten te interpreteren. 5. Hij/zij is in staat een ELISA tot op zekere hoogte te optimaliseren. Hierbij is hij/zij in staat basisstatistische bewerkingen uit te voeren. 6. Hij/zij is in staat de commerciële kits te hanteren.
7. Hij/zij kan een totaalprofiel van de patiënt maken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd op alle onderdelen van het eerste jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Deelname van alle OO van P4 en P5
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Opdracht 1: De studenten wordt gevraagd om via een zelfstudiepakket op computer theoretisch het principe van ELISA te begrijpen. Deze opdracht wordt afgesloten met enkele theoretische vragen. Opdracht 2: De VUP's leren de studenten de practische uitvoering van een ELISA aan. Hiervan wordt een schriftelijk verslag van gemaakt. Opdracht3: De studenten zoeken op welke parameters worden bepaald via immunodetectie bij een prenataal onderzoek. Ze bespreken hierbij ook de klinische betekenis van elke parameter en de wijze waarop hij bepaald wordt. Aansluitend worden in een aantal patiëntenstalen deze parameters bepaald met commerciële kits. De studenten wordt gevraagd deze waardes te interpreteren. Hierbij wordt aandacht besteed aan een aantal ethische aspecten. Hier wordt een ppt presentatie van gegeven.
Opdracht 4: De studenten optimaliseren een experimeteel ELISA-protocol. Elke projectgroep zal één stap in het protocol van een experimentele ELISA optimaliseren. Er zal gezocht worden naar een optimale 1ste antilichaamverdunning, 2de antilichaamverdunning, naar een minimaal aantal wasstappen etc... De data uit de verschillende bepalingen worden statistisch geëvalueerd om zo tot een optimaal protocol te komen. Hiervan wordt een wetenschappelijk verslag gemaakt. De bevindingen worden via ppt aan de hele klas meegedeeld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projecthandleiding met de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond.
Blackboardcursus met externe links, elekt
ronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica,vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
Patiiëntenstalen
Commerciële kits + handleidingen hierbij
internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
05,00
|
practicum en oefeningen:
|
12
|
lesuren
|
15,00
|
vormen van groepsleren:
|
20
|
lesuren
|
25,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
42
|
klokuren
|
52,50
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
A: groepswerk groepsproces:projectmap,tutoren,reflectievergadering 25 %
groepsprodukt:evaluatie doorVUP's van P5 25 %
B: individuele bijdrage:evaluatie adhv peerassesment 25 %
C: schriftelijk examen op de laatste dag vd projectweek 25%
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel C kan hernomen worden : schriftelijk examen 25% de verworven punten van A en B 1° examenperiode blijven behouden ( 75%) de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Medische microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Automatisatie in de microbiologie
Basisbegrippen en toep. microbiologie
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20098 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
15 |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
125 |
Totaal studietijd: |
390 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Feyens Anne-Marie Vanhentenrijk Chris Winnen Patricia
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiche
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiche
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiche
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiche
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Basisbegrippen en toep. microbiologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Medische microbiologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20159 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
89 |
Totaal aantal contacturen: |
116 |
Totaal studietijd: |
347,1 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Feyens Anne-Marie Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen kunnen een zowel een positieve als negatieve invloed hebben op onze samenleving. Het identificeren en classificeren van de potentiël pathogene micro-organismen is van groot belang om het onderscheid te kunnen maken met de normale commensale flora.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
De student beschikt over een grondig inzicht in de classificatie van de potentieel pathogene micro-organismen voor de mens.
2.
De student kent de normale vindplaats van deze micro-organismen.
3.
De student kent de principes van de isolatietechnieken van de pathogene micro-organismen uit een klinisch staal
4.
De student moet beschikken over de kennis van de identificatie-eigenschappen van deze micro-organismen.
5.
De student kent de manier van opzoeken (kwalitatief en/of kwantitatief) van antilichamen en antigenen
6.
De student beschikt over de theoretische kennis van het uitvoeren van een antibiogram met de dilutie en de diffusuetechniek
7.
De student kan een antibiogram uitvoeren volgens de dilutie en de diffusiemethode en kan het uitgevoerde antibiogram interpreteren
8.
De student kan de volgende serologische technieken uitvoeren: agglutinatie en IF (immunofluorescentie))
.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Periode 1: Basishandelingen en begrippen uit de microbiologie.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Leerstof uit p5: Immunologie
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
w
In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infectie(s) ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd
w
Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen.
w
Gevoeligheidsbepaling of antibiogram Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in v
ivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum.
w
Volgende stalen worden besproken in de practrica:
urine
faeces
sputum en keel
etter
antibiogram
serologische teste
n
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus Microbiologie (C. Vanhentenrijk) cursus Microbiologie (P. Van Rossom) power-point presentatie op CD-rom (P. Van Rossom) Medische microbiologie voor laboratoriumtechnolopgen : deel 1 en 2J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave ISBN 90-334-3185-8 en ISBN 90-334-3299-4 websites nota's bij de praktijksessies (P. Winnen) medische stalen lichtmicroscoop en fluorescentiemicroscoop
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
60
|
lesuren
|
16,30
|
practicum en oefeningen:
|
52
|
lesuren
|
14,13
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
252
|
klokuren
|
68,48
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
Werkcollege
Practica
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
Permanente evaluatie in de practica met practische eindproef in de laatste labsessie
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 6-1Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
De punten van de practica en eindproef 1e zittijd blijven behouden.
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Automatisatie in de microbiologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Medische microbiologie |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20100 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
11 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
42,9 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vanhentenrijk Chris
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
"Een patiënt B heeft een hartinfarct met een cardiogene shock. Zijn de leverfuncties gestoord?" …
Zo komen er per dag tal van aanvragen binnen: voor verschillende patiënten, verschillende parameters. Dankzij de automatisatie in het labo , is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd ,voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
In deze lessenreeks leert de student:
- een blokschema van een klin. analyser te lezen en begrijpen.
- het verband te leggen tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal.
- de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Basishand. en begrippen uit de microbiologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Dankzij de automatisatie in het labo , is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd ,voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen. In dit theoretisch gedeelte wordt er een overzicht gegeven van het grote gamma van analysers die ingezet worden voor de klinische chemie. De analyses op oa serumstalen zijn vaak gebaseerd op fotometrie en / of ionselectieve metingen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
power point presentatie Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
17,02
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
38
|
klokuren
|
80,85
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Project: Medische microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
00456 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
60 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële infectie: preventie, epidemiologie, …
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Eenvoudige experimentele data interpreteren en rapporteren 2. Het belang van de pre-analytische en analytische fase inschatten 3. Bacteriële verwekkers van meningitis opsporen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle opleidingscomponenten van het eerste opleidingsjaar.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Kennis en vaardigheden uit voorgaande perioden, kennis van de leerstof van periode 6
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
w
Project: Bacteriële hersenvliesontsteking
Casus: Een 74-jarige man die sinds 3 jaar gekend is met een hematologische maligniteit werd reeds behandeld met 4 chemotherapiekuren. Recent vertoont hij evenwel ziekteprogressie en krijgt daarom een volgende chemotherapiekuur. In de week volgend op deze kuur wordt de patiënt opgenomen via de dienst Spoedgevallen wegens verwardheid, concentratiestoornissen en braken. Bij klinisch onderzoek worden sufheid en nekstijfheid vastgesteld. De temperatuur bedraagt 39,2°C, de bloeddruk 130/70 mm Hg. Uit de laboratoriumonderzoeken bij opname dienen volgende waarden vermeld: C-reactieve proteïne (CRP) 40 mg/dl, hemoglobine 10,0 g/dl, leukocytenaantal (WBC) 4,7 x 109/l. Een lumbale punctie wordt uitgevoerd. Nog voor de resultaten gekend zijn, wordt gestart met antibiotica: ceftriaxone en ampicilline. Het lumbaal vocht toont een beeld van een bacteriële hersenvliesontsteking: totaal eiwit 560 mg/dl, glucose 15 mg/dl, WBC 680/µl waarvan 95% segmentkernigen.
De bacteriële verwekker van deze hersenvliesontsteking wordt in het laboratorium opgespoord en geïdentificeerd.
Taak Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële infectie: preventie, epidemiologie, … Belangrijk is dat je een goede inschatting maakt van de activiteiten in een klinische labo dat zich met het onderzoek van deze analysen zal bezighouden. Dit wil zeggen dat een aantal typische labo -aspecten en –activiteiten goed omschreven moeten worden gaande van de staalafname tot het opsturen van het resultaat aan de arts.
Proces
Teneinde een goed beeld te hebben van meningitis is het nuttig een correcte definitie van bacteriële meningitis op te stellen en verder toe te lichten welk het klinische beeld ervan is. • Welke onderzoeken worden uitgevoerd ? • Met welke technieken worden deze parameters bepaald? Zijn er soms verschillende technieken? • Kan je bepaalde analysen of onderzoeken in het practicum betrekken? • Hoe zit het met de pre -analytische fase, analytische fase? • Belangrijk zijn de referentiewaarden van de verschillende parameters.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus microbiologie theorie en practicum Referenties: worden verstrekt tijdens de projectweken
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
1
|
lesuren
|
01,23
|
practicum en oefeningen:
|
6
|
lesuren
|
07,41
|
vormen van groepsleren:
|
50
|
lesuren
|
61,73
|
studietijd buiten contacturen:
|
21
|
klokuren
|
25,93
|
Verdere toelichting:
Groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
w
Groepssamenwerking 33%
w
Individuele bijdrage aan het project 33%
w
Tekst en presentatie 33%
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Statistiek en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Statistiek
POP
|
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20072 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
48 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter Van Vlaslaer Veerle
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Statistiek en POP |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20073 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
75 |
Totaal aantal contacturen: |
48 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties . In periode 4 (vervolg van de cursus van het eerste jaar met de beschrijving van de meetfouten) gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en gaan we technieken bekijken (hypothesetesten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden en om deze methode te valideren. In periode 5 bekijken we statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen. In periode 6 (vervolg van periode 4) gaan we dieper in op de analyse van de oorzaken van meetvariatie (measurement error) en gaan we technieken bekijken (statistisch proefopzetten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren (kwaliteitszorg). De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Periode 4
- De student kan gericht gegevens verzamelen (een proefopzet opstellen in functie van gestelde hypothese en gekozen hypothesetest), deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren.
- De student kan een aantal statistische toetsen (die passen binnen het kader van methodevalidatie, meer bepaald juistheid en precisie) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren: t-testen op populatiegemiddelden, chi kwadraat-en F-test op populatievarianties.
- De student kan goodness-of-fit testen (chi kwadraat-test en Kolmogorov-Smirnov) uitvoeren.
- De student kan de statistische gegevensanalyse uitvoeren met Excel en de output van andere statistische software lezen en interpreteren.
- De student kan de statistiek van proporties correct toepassen (binomiale verdeling, z-testen en onafhankelijkheidstest).
Periode 5:
De student kan de waarde van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek) plaatsen, begrijpen, interpreteren. De student kan meewerken aan een epidemiologische studie. De student kan de wiskunde van de toevalsveranderlijken toepassen op frequentietabellen (kansrekenen – odds – risico). De student kan gezondheid en ziekte ‘meten’ (prevalentie – incidentie; ratio – rate). De student kan de resultaten van epidemiologische studies (cohort – case-control – clinical trial) verwerken en interpreteren (gebruik van de geschikte associatiematen AR, RR of OR). De student kan kansrekenen gebruiken om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken (gevoeligheid, specificiteit, voorspellingswaarden, ROC-curve, regel van Bayes, kappa-waarde). De student kan kansrekenen gebruiken om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken (lodscore). De student kan kansrekenen gebruiken bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen (stambomen).
Periode 6:
De student kan gericht gegevens verzamelen (een statistisch proefschema opstellen in functie van de onderzoeksvragen), deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren. De student kan de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factoren) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan lineariteitstesten uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan factoriële proefschema’s (2²- en 2^3-designs) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan robuustheidstesten (Plackett-Burman en Youden-Steiner) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan alle statistische gegevensanalyses uitvoeren met Excel en de output van andere statistische software lezen en interpreteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
'meten is weten' uit 1BL
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
passieve kennis Engels
|
LEERINHOUDEN
|
Periode 4
-
hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus 1ste jaar); p-waarde, type I en type I
I fouten
-
hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling):
t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
-
de statistiek van proporties – goodness-of-fit: binomiale verdel
ing; z-test op proporties; chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat als goodness-of-fit test; Kolmogorov-Smirov-test naar normale verdeling
-
link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LO
D
Periode 5:
-
Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).
-
Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v
an de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore).
-
methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde
Periode 6:
-
Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
-
lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte
-
variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
-
variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23-
proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
hoofdstukken 7 tem 15 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 2008
“formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
2008
rekenmachine
wetenschappelijke artikels
www.westgard.com
aanvullend in de bib:
-
‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
-
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
42
|
lesuren
|
39,25
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
59
|
klokuren
|
55,14
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
-
de nadruk ligt op begrijpen en i
nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
-
zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
-
andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback do
or lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
na elke periode wordt er een schriftelijke toets (maximaal 2cu) over de leerstof van deze periode georganiseerd (tijdstip in overleg met de studenten)
-
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
-
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
-
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct
toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
-
in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
-
studenten die afwezig zijn op één of meerdere toetsen krijgen een A (en halen dus een A voor het opleidingsonderdeel ‘statistiek’)
-
bij afwezigheid geldt het departementaal stappenplan
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
één toets (maximaal 4cu) over de volledige cursus
|
|
| |
|
2 Biomedische Laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - POP |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Statistiek en POP |
Afstudeerrichting: |
BL:Biomedische Laboratoriumtechnologie |
Code: |
20074 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
26 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De studenten worden verplicht om tijdens hun studie binnen de Plantijnhogeschool een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) op te stellen. Het gebruik van een POP is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. De studenten worden aangeleerd hoe ze aan de hand van hun eigen studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht van zichzelf komen. Hierdoor komen zij op de arbeidsmarkt, niet alleen met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn zij ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan. De studenten worden op deze manier verplicht om de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling. De studenten hebben hierover per academiejaar een aantal afspraken met hun studieloopbaanbegeleider.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan reflecteren ove het eigen handelen binnen de onderwijsgroep.
De student kan reflecteren over het eigen leerproces en op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen.
De student leert denken in termen van leerdoelen en competenties en er is een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het POP is een kaft met tabbladen en invulformulieren. Vooraan zit een inhoudsopgave die je moet volgen. Bewaar alle documenten per onderdeel chronologisch waarbij het meest recente document bovenaan ligt. Deze kaft gaat jouw volledige opleiding mee. In dit POP horen de volgende gegevens thuis:
- Persoonlijke informatie
- Studietijdmeting
- Archief van bereikte competenties
- Verslag van 3 gesprekken met studieloopbaanbegeleider
- Werken in projectgroep (archief van je peerassessment formulieren en je persoonlijke verslagen van de reflectievergaderingen).
|
|
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Het algemene cgo-boek
- map met invulbladen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
12
|
klokuren
|
100,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De beoordeling van het POP gebeurt op basis van volledigheid door je studieloopbaanbegeleider.
Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van afspraken, nakomen van de afspraken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
niet mogelijk
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|