|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
- EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
- EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
- EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
- EM325 De student kan vanuit zijn multidisciplinaire en onderhoudsspecifieke kennis verbeteringen of aanpassingen ontwerpen, uitvoeren en terugkoppelen aan de verbeterdoelen.
- EM330 De student is in staat om, op basis van machinehistoriek of contructeursgegevens, preventieve onderhoudsplannen op te stellen, uit te voeren en bij te sturen.
- EM331 De student kan predictieve of conditionele onderhoudsbewakingsmetingen uitvoeren, de resultaten interpreteren en de daaruit voortvloeiende onderhoudsactiviteiten adviseren of uit(laten)voeren.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de correlatie van verschillende parameters bij elektromotoren analyseren door middel van smart sensors.
- De student kan aan de hand van case study’s een onderhoudsstrategie opbouwen.
- De student kan de interactie met de dienst productie van een bedrijf inschatten.
- De student kan een strategie van permanente monitoring uitwerken.
- De student kan de specifieke meetresultaten van een proximity probe interpreteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Onderhoudsmetingen 2OHT
- Onderhoudstechnieken 2OHT
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Case-studies.
- Permanente monitoring.
- Proximity-probes.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus Onderhouds- en bewakingsmetingen, J. Van den Broeck, departement Elektromechanica
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
23,38
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
57
|
klokuren
|
74,03
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met praktische oefeningen en casestudies.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Schriftelijk examen waarbij vooral het redeneringsvermogen van de student wordt beoordeeld.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Schriftelijk examen waarbij vooral het redeneringsvermogen van de student wordt beoordeeld.
|