2 Elektromechanica - 2OHT - Onderdelen - Project industriële elektronica |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Industriële elektronica |
Afstudeerrichting: |
EM:Elektromechanica |
Code: |
00333 |
Academiejaar: |
2008-2009 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
23,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Boermans Eli Van Mol Bart
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dit vak biedt geen leerstof aan in klassieke vorm, maar zal de student met leerstof en competenties confronteren in de vorm van en tijdens de duur van een project. Dit project handelt in een multidisciplinaire omgeving om de student in aanraking te laten komen met een concreet uitvoeringsproces, zoals het ook in het echte beroepsleven gebeurt, eerder dan de statische manier van kennis opdoen zoals die het gevolg is van hoorcolleges.
Het project draait rond een microcontroller, die gevoed dient te worden met informatie uit de buitenwereld (ieder team heeft een ander sensorsignaal), en op basis waarvan de microcontroller een apparaat aan zal sturen. Het project leert de student gaandeweg om te plannen, de opdracht af te bakenen, hoofd- en bijzaken te scheiden, te coördineren, op zoek te gaan naar de juiste informatie via de juiste kanalen, doelgericht te werken, delegeren, rapporteren en vele andere competenties.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
- EM102 De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
- EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen ( leerpunten formuleren).
- EM104 De student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
- EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
- EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
- EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
- EM109 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren.
- EM111 De student kan vlot contacten leggen en beschikt over voldoende communicatieve gedrags- en handelingsvaardigheden om goed te functioneren binnen een beroepscontext.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
- EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
- EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
- EM213 De student kan in snel veranderende werkomstandigheden en op basis van zijn/haar doorzettingsvermogen, prestatiegericht werken.
- EM214 De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
- EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
- EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student is in staat om verbanden te leggen tussen de theoretische kennis en de praktische metingen en also de ontworpen schakelingen te verbeteren .
- De student kan complexere schakelingen analyseren en via metingen de rol van elke deelschakeling nagaan.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- Analoge Technieken
- Labo analoge technieken
- Industriële elektronica
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
9
|
lesuren
|
38,46
|
studietijd buiten contacturen:
|
14.4
|
klokuren
|
61,54
|
Verdere toelichting:
- groepsleren rond praktische opdrachten waarbij de lector functioneert als coach.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- permanente evaluatie (logboek+verslag van het project)
- in de laatste labozitting wordt een klassikale projectvoorstelling gehouden waarbij rekening gehouden wordt met het programma, de praktische opstelling en verklaring van de werking van de gebruikte componenten.
- Per groep worden de punten procentueel verdeeld volgens het peerassesment principe.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|