ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Elektromechanica - 2KLM - Onderdelen - Practicum koeltechnieken
  

Component behoort tot O.O.: Koeltechnieken
Afstudeerrichting: EM:Elektromechanica
Code: 00304
Academiejaar: 2008-2009
Type: kernondersteunend
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:6
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 31
Totaal aantal contacturen: 36
Totaal studietijd: 96,72
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bekx Frank


 

KORTE OMSCHRIJVING

Gebaseerd op jullie grondig opgebouwde kennis van koelkringen in het logph-diagram en van productbewaring, met speciale aandacht gegeven aan de verschillende soorten, de werkingsvoorwaarden, de opstellingsvoorwaarden, de selectievoorwaarden en de onderhoudsvoorschriften in relatie tot de meest courante koelkringen, zowel voor ééntraps- als tweetrapsopstellingen, directe expansiekoelkringen en koelkringen met natuurlijke- en pompcirculatie, ga je nu in de praktijk de koelkring bestuderen. Je leert het verband zien tussen de in de theorieles aangebrachte componenten en hun praktische opstellingsvoorwaarden. Je leert het verband tussen de schakelvoorwaarden die een koelkring vraagt en de opbouw van het daarvoor nodige elektrische schema. Je leert de koudemiddelhandelingen (zoals afdrukken, vacumeren, opvullen en afpompen van koudemiddel). Je leert logisch storingzoeken en storingsanalyse opbouwen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • EM102 De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
  • EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen ( leerpunten formuleren).
  • EM104 De student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
  • EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
  • EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
  • EM107 De student kan, op basis van zijn multidisciplinaire en afstudeerspecifieke kennis, communicatie met opdrachtgevers/klanten/ontwikkelaars/productiemedewerkers ontwikkelen en onderhouden.
  • EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
  • EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
  • EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
  • EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
  • EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
  • EM319 De student is in staat om wijzigingen aan HVAC- en koelinstallaties uit te voeren.
  • EM321 De student is in staat om installaties/machines, of delen ervan, na onderhoudsactiviteiten af te regelen, te testen, op te starten en in dienst te nemen.
  • EM322 De student kan de basiscontroles in het kader van het opstarten van de HVAC- en koelinstallatie conform aan de opleveringsvoorwaarden uit te voeren.
  • EM323 De student is in staat om HVAC- en koelsystemen volgens bedrijfstechnische specificaties op te stellen.
  • EM326 De student kan vanuit zijn multidisciplinaire kennis verbeteringen of aanpassingen ontwerpen, uitvoeren en terugkoppelen aan de verbeterdoelen.
  • EM328 De student is in staat om periodiek- en storingsonderhoud uit te voeren op HVAC en koelinstallaties.
  • EM332 De student is in staat om een eenvoudig produktieproces te automatiseren.
  • EM335 De student is in staat om de HVAC- en koeltechnische systemen in te regelen in het kader van het lastenboek en/of de gebruikersbehoefte
  • EM336 De student is in staat om energiewinsten en -verliezen te bepalen a.d.h.v. bouwfysische gegevens, lastenboeken en normen.
  • EM337 De student is in staat om de meest voorkomende HVAC- en koelinstallaties te dimensioneren, te selecteren en de bijhorende installatieschema's op te stellen en te verwerken tot een technisch dossier.
  • EM340 De student is in staat om specifieke metingen (excl. brandermetingen) uit te voeren en de meetresultaten ervan te interpreteren.
  • EM341 De student is in staat om een meet- en regelsysteem te herkennen tussen een veelvoud van applicaties en om van daaruit, met de nodige kennis van de toegepaste meet- en regelprincipes, onderhoudwerkzaamheden, kalibraties en testen uit te voeren.
  • EM342 De student is in staat om door gebruik te maken van de huidige stand van de techniek een veelvoud aan data en parameters te verzamelen, te visualiseren, te bewaken en te bewaren, met de bedoeling ze bruikbaar te maken voor de proceseigenaars/procestechnologen.
  • EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  1. De student is in staat hoofd- en nevencomponenten te onderscheiden in een koelkring.
  2. Student weet volgens welke regels van goed vakmanschap een koelkring technisch en hydraulisch moet worden opgebouwd.
  3. De student kent alle beveiligingen (zowel elektrische als koeltechnische) in een koelkring.
  4. De student is bekend met de gevaren en het gebruik van drukvaten (oa. gasflessen en koudemiddelreservoirs).
  5. De student weet op welke manier een koelkring zijn koudemiddel-massastroom regelt.
  6. De student kan koudemiddellekken opsporen in een koelkring.
  7. De student is bekend met werking en gebruik van een 'manifold'.
  8. De student weet hoe hij een koelkring kan druktesten.
  9. De student weet hoe hoe een koelkring kan vacumeren.
  10. De student weet hoe een koelkring op verschillende wijze kan worden opgevuld (oa met behulp van elektronische balans).
  11. De student weet op welke wijze koudemiddel uit een koelkring kan worden geëvacueerd.
  12. De student kent verkorte vorm van S.T.E.K.-norm.
  13. De student kan koeltechnisch schema ontwikkelen voor elke koelinstallatie en is vertrouwd met koeltechnische symbolen.
  14. De student kan voor elk koeltechnisch systeem een elektrisch krachtstroomschema en stuurstroomschema ontwikkelen.
  15. De student is bekend met het 'logboek' dat volgens S.T.E.K. (naast elektriche en koeltechnische schema's) bij elke koelinstallatie hoort.
  16. De student kan alle werkingsparameters voor een werkende koelkring situeren in druk-enthalpiediagramma en alsdusdanig beveiligingswaarden bepalen én instellen.
  17. De student kan koelkring opstarten en inregelen.
  18. De student kan storingen aan koelkring analyseren en oplossen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Toegepaste wiskunde & fysica
  • Toegepaste mechanica of Project Mechatronica
  • Technologie, 1EM/1SAP
  • Elektriciteit of Project Mechatronica
  • Elektrische machines, 1EM

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Koeltechnieken deel 1
  • Koeltechnieken deel 2
  • Centrale verwarming (Bouwfysica & CV-ontwerpen)

Andere begincompetenties
  • Geen

LEERINHOUDEN
  • Herkenning hoofd- en nevencomponenten in verschillende opgestelde koelkringen.
  • Op basis van praktijkcursus koeltechniek controleert student de lay-out van verschillende opgestelde koelkringen, daarbij controlerend of deze werden opgebouwd volgens regels van goed vakmanschap (zowel technisch als hydraulisch).
  • Beveiligingen in de koelkring (zowel elektrisch als koeltechnisch).
  • Drukvaten, hun gevaren en hoe gaat men ermee om (P.E.D.- richtlijn).
  • Normering koudemiddelen (Europese richtlijn en Belgische wetgeving).
  • Koudemiddelmassastroomregeling in functie van belasting in een koelkring.
  • Opsporen van typische koudemiddellekken in een koelkring.
  • Werking en gebruik van een 'manifold' bij een koelkring.
  • Koudemiddel evacueren uit een koelkring.
  • Druktesten op een koelkring.
  • Vacumeren van een koelkring.
  • Vullen van een koelkring (oa via elektronische balans).
  • S.T.E.K.-norm en logboek.
  • Elektrische schema's en automatisatie van een koelkring.
  • Werking van een koelkring, zijn werkingsparameters en metingen hierop.
  • Opstarten en inregelen koelkring.
  • Procedure voor onderhoud en foutanalyse aan een koelkring.
  • Procedure ombouwen koelinstallatie naar ander koudemiddel.

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus Labo Koeltechnieken, departement elektromechanica, F. Bekx
  • Verschillende opgestelde koelkringen.
  • Koeltechnische apparatuur, meetapparatuur, montage- en demontageapparatuur.
  • LCD- en overheadprojecties.
  • Bordschema's bij systeemanalyse en -bespreking.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

36

 lesuren

  37,22

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

60.72

 klokuren

  62,78

Verdere toelichting:
  • Korte interactieve hoorcolleges in praktijklokaal.
  • Klassikale en per projectgroep in leervraaggesprek besproken oefeningen.
  • Individuele controle en ervaringsuitwisseling binnen projectgroep in functie van opgelegde taken projectdossiers ref. opgestelde koelkringen.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Beoordeling voor 100% v/d punten door continue evaluatie tijdens de praktijklessen op basis van:
  • Vragen gesteld tijdens praktijkoefeningen,
  • Individueel leiderschap,
  • Individuele lesvoorbereiding in functie van projectopdracht,
  • Individuele lesvoorbereiding in functie van planningsafspraken binnen de projectgroep,
  • Coördinatie en samenwerking binnen de projectgroep,
  • Tijdig binnengeleverde projectverslagen,
  • Aanwezigheid (per ongewettigde afwezigheid is er 10% van het maximaal puntentotaal minder te verdienen).

  • tijd voor examinering
    uren
    0

    %
     
     00,00

    Tweede examenperiode
    • Geen