ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Elektromechanica - 2KLM - Onderdelen - Koeltechnieken Deel 2
  

Component behoort tot O.O.: Koeltechnieken
Afstudeerrichting: EM:Elektromechanica
Code: 00303
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:6
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 23
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 71,76
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bekx Frank


 

KORTE OMSCHRIJVING

Jullie grondig opgebouwde kennis van een basiskoelkring (direct expansie) in het logph-diagram en van productbewaring, wordt nu verder uitgebreid met selectie van de hoofdcomponenten van de koelkring. Daarbij wordt speciale aandacht gegeven aan de verschillende soorten, de werkingsvoorwaarden, de opstellingsvoorwaarden, de selectievoorwaarden en de onderhoudsvoorschriften in relatie tot de meest courante koelkringen, zowel voor ééntraps- als tweetrapsopstellingen, directe expansiekoelkringen en koelkringen met naturrlijke- en pompcirculatie. Met je technischcommercieel verantwoorde selecties kan je uiteindelijk een klantprojectdossier opstellen, dat voldoet aan alle klanteisen en alle geldende normen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
  • EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
  • EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
  • EM213 De student kan in snel veranderende werkomstandigheden en op basis van zijn/haar doorzettingsvermogen, prestatiegericht werken.
  • EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
  • EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM319 De student is in staat om wijzigingen aan HVAC- en koelinstallaties uit te voeren.
  • EM323 De student is in staat om HVAC- en koelsystemen volgens bedrijfstechnische specificaties op te stellen.
  • EM326 De student kan vanuit zijn multidisciplinaire kennis verbeteringen of aanpassingen ontwerpen, uitvoeren en terugkoppelen aan de verbeterdoelen.
  • EM328 De student is in staat om periodiek- en storingsonderhoud uit te voeren op HVAC en koelinstallaties.
  • EM335 De student is in staat om de HVAC- en koeltechnische systemen in te regelen in het kader van het lastenboek en/of de gebruikersbehoefte
  • EM336 De student is in staat om energiewinsten en -verliezen te bepalen a.d.h.v. bouwfysische gegevens, lastenboeken en normen.
  • EM337 De student is in staat om de meest voorkomende HVAC- en koelinstallaties te dimensioneren, te selecteren en de bijhorende installatieschema's op te stellen en te verwerken tot een technisch dossier.
  • EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student is op de hoogte van de verschillende soorten compressoren (het hoofdcomponent in de koelkring), hun werkingsvoorwaarden, hun opstellingsvoorwaarden, hun selectievoorwaarden en hun onderhoudsvoorschriften in relatie tot de meest courante koelkringen, zowel voor ééntraps- als tweetrapsopstellingen.
  • De student kent onderscheid tussen directe/droge expansiesystemen, natuurlijke- en pompcirculatiesystemen in de koeltechniek en kent het onderscheid qua voorstelling in druk-enthalpiediagram.
  • De student verwerft praktische ontwerpkennis voor ammoniak koelinstallaties. Student kent voor- en nadelen van ammoniak als koudemiddel in relatie met berekenings- en selectievoorwaarden koelkring.
  • De student kent werkingsomschrijving, aandachtspunten en dimensioneringsvoorwaarden van alle componenten in koelkring met natuurlijke- en pompcirculatie.
  • De student kent koelkring met economiserfunctie (superfeed) en bijhorende relatie tussen koeltechnisch schema en druk-enthalpiediagram.
  • De student kent tweetrapskoelkring met open- en gesloten tussenkoeler en bijhorende relatie tussen koeltechnisch schema en druk-enthalpiediagram.
  • De student kent werking/regeling en selectie van zowel hoge- en lage druk expansiesystemen bij natteverdampingssystemen.
  • De student is op de hoogte van ontwerp/selectie bij oliehuishouding in ammoniakkoelsystemen

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Toegepaste wiskunde & fysica
  • Toegepaste mechanica of Project mechatronica
  • Technologie, 1EM/SAP
  • Elektriciteit of Project mechatronica
  • Elektrische machines, 1EM

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Koeltechnieken deel 1
  • Centrale verwarming (Bouwfysica en CV-ontwerpen)
  • Practicum koeltechnieken, volgen

Andere begincompetenties
  • Geen

LEERINHOUDEN
  • Verder afwerken hoofdstuk 3 - deel 1 indien nodig.
  • Verschillende soorten compressoren (hoofdcomponent koelkring), werkings- en opstellingsvoorwaarden, selectievoorwaarden en onderhoudsvoorschriften voor de meest courante koelkringen, zowel voor ééntraps- als tweetrapsopstellingen.
  • Onderscheid tussen directe/droge expansiesystemen, natuurlijke- en pompcirculatiesystemen in de koeltechniek en hun onderscheid qua voorstelling in druk-enthalpiediagram.
  • Voor- en nadelen van ammoniak als koudemiddel in relatie met berekenings- en selectievoorwaarden koelkring.
  • Werkingsomschrijving, aandachtspunten en dimensioneringsvoorwaarden van alle componenten in koelkring met natuurlijke- en pompcirculatie.
  • Koelkring met economiserfunctie (superfeed) in relatie met koeltechnisch schema en druk-enthalpiediagram.
  • Tweetrapskoelkring met open- en gesloten tussenkoeler in relatie met koeltechnisch schema en druk-enthalpiediagram.
  • Werking/regeling en selectie van zowel hoge- en lage druk expansiesystemen bij natteverdampingssystemen.
  • Ontwerp/selectie bij oliehuishouding in ammoniakkoelsystemen.

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus Koeltechnieken deel 1 en 2, departement elektromechanica, F. Bekx
  • Leervraaggesprekken in groepsverband.
  • LCD– en overheadprojecties.
  • Bordschema’s bij systeemanalyse en –bespreking.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

27

 lesuren

  37,63

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

41.76

 klokuren

  58,19

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges.
  • Opdrachten en huistaken.
  • Klassikale bespreking van schema's en oefeningen/oplossing huistaken.
  • Leervraaggesprekken.
  • Mogelijke examenvragen per les beschikbaar op het digitaal leerplatform blackboard.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • 100% punten: Schriftelijk examen.

tijd voor examinering
uren
3

%
 
 04,18

Tweede examenperiode
  • 100% punten: Schriftelijk examen.