ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Communicatiemanagement - 1CM - Onderdelen - Media, de technieken
  

Component behoort tot O.O.: Media
Afstudeerrichting: CM:Communicatiemanagement
Code: 10215
Academiejaar: 2008-2009
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: S:1
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 50
Totaal aantal contacturen: 0
Totaal studietijd: 65
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Martens Kristoff
Mermans Sandra
Vlecken Koen


 

KORTE OMSCHRIJVING

Hoe communiceer je door beelden? Met materiaal uit de kunstgeschiedenis, fotografie en reclame leer je de kracht van de beeldvorming doorheen het genie van de beeldmaker.

 

Uiteraard kan deze opleiding niet zonder grondige kennismaking met de audiovisuele media. De techniek evolueert zo snel dat de vertrouwde audiovisuele media zelfs niet als gekend mogen beschouwd worden. Boeiend is het alleszins, zeker omdat we het niet alleen bij theorie houden. De studenten leren beeldtaal in praktijk te gebruiken met video en digitale fotografie.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CM102 De student kan creatief denken.
  • CM103 De student kan meertalig communiceren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CM206 De student kan teamgericht werken.
  • CM207 De student kan oplossingsgericht werken.
  • CM208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
Beroepsspecifieke competenties
  • CM310 De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends.
  • CM312 De student kan doelgericht relevante informatie verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken.
  • CM313 De student kan zelfstandig en teamgericht werken.
  • CM319 De student kan uit de verschillende communicatievormen de juiste keuze maken op basis van zijn inzicht in hun mogelijkheden en beperkingen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student het vocabularium van de beeldtaal en de grafische technieken doen begrijpen.
  • De student de basisterminologie leren gebruiken in de juiste context.
  • De student leren beeldmateriaal te analyseren m.b.t. compositie, ritme, contrasten, symboliek, verhoudingen.
  • De student leren linken te herkennen tussen  verschillende beelddisciplines.
  • De student de rijke voorraad aan grafische, fotografische en artistieke voorbeelden laten ontdekken. 

 
  • De student kan een eenvoudige videocamera en digitaal fototoestel bedienen.
  • De student heeft inzicht in "beeldtaal" en kan dit inzicht ook toepassen op foto- en video-opnamen.
  • De student kent het gebruikelijke jargon van de sector.
  • De student kent de werking van de specifieke apparatuur en kan gegevens van opname apparatuur overzetten naar een computer.
  • Kennis van de wekring van specifieke apparatuur.
  • Correct gebruik van (taal)begrippen in verband met audiovisuele toepassingen en hun digitale afgeleidenen. Het herkennen van de specifieke apparatuur en toebehoren.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
Geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen
Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
  • De cursus is verdeeld in hoofdstukjes waarvan 1 t.e.m. 7 informatief en inleidend zijn en 8 t.e.m.15 betrekking hebben op de algemene samenstelling en de beeldtaal.
  • Grafische terminologie met een accent op typografie, offsetdruk en vierkleurendruk.
  • Plaats van de audiovisuele media in het communicatieproces: inhoudelijke eigenschappen van een beeld: toepassingen van beeldtaal in reclame en PR.
  • Algemene kenmerken van geluid en toepassingen bij producties
  • Taxonomie
  • Geluidsapparatuur: soorten en werking
  • Beeldapparatuur: werking van een camera (analoog & digitaal, foto & video) verschillen en overeenkomsten tussen analoge & digitale beeldvorming, verschillen & overeenkomsten tussen film & video - tv normen wereldwijd en de evolutie hierin.
  • Digitale beginselen: bits & bytes, het verschil tussen  en analoog en digtaal, digitaal geluid.
  • Optische media: CD's, DVD's, en Blu-ray.
  • Compressie: tekstcompressie (ZIP), lossy en lossless, audio- en videocompressiestandaarden (o.a. MPEG), fotocompressie (GIF, JPG en PNG).
  • PC's: de onderdelen van een PC, opslagmedia, besturingssystemen.
  • PC's: bussen, slots en poorten (USB, FireWire).
  • Computergeheugen: principes, RAM, virtueel geheugen, cache, ROM, geheugenkaartjes (CompactFlash, MemoryStick, ect.).
  • Internet: geschiedenis, protocols, packet switching, TCP/IP, WWW, e-mail, instant messaging, internetverbindingen, draadloze netwerken (WiFi, BlueTooth).

STUDIEMATERIAAL

Syllabus VAN DER PAS A., Multimedia, Beeldvorming, Plantijnhogeschool Antwerpen.


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

 lesuren

 

practicum en oefeningen:

 lesuren

 

vormen van groepsleren:

 lesuren

 

studietijd buiten contacturen:

 klokuren

 

Verdere toelichting:
  •  

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Het examen Beeldvorming staat op een totaal van 20 te behalen punten. Hiervan zijn er 8pt te behalen op een FOTODOSSIER (zie supra), de overige op een schriftelijk examen.
  • Het examen op 12 pt bestaat uit meerkeuzevragen (8pt) en terminologie (4 pt).
  • Het examen  heeft betrekking op de VOLLEDIGE leerstof.
  • Meerkeuzevragen worden als volgt gekwoteerd: een juist antwoord = 1pt, een blanco antwoord = 0pt, een fout antwoord = -0,33pt. Wanneer de student op de rubriek meerkeuzevragen uitkomt op een mincijfer, dan wordt dit herleid tot 0/8. M.a.w. de minkwotering wordt niet verhaald op de andere examenrubrieken.
  • Media, de technieken is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: een tekort voor één van de samenstellende componenten levert altijd een tekort op voor het volledige opleidingsonderdeel.  Zelfs al zou het mathematische gemiddelde van de scores voor de verschillende componenten een cijfer boven of gelijk aan tien opleveren, toch verschijnt er dan voor het gehele opleidingsonderdeel op het rapport ten hoogste een negen. Bovendien wordt er dan bij de deliberatie gekeken naar het tekort voor de betrokken component. Indien een student geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet hij herkansen voor de component(en) waarvoor hij een tekort haalde. De component waarvoor hij een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar of van het volgende academiejaar. Opgelet, deze overdracht geldt maar voor het volgende academiejaar. Daarna vervalt de overdracht en moet de component opnieuw geëvalueerd worden.

tijd voor examinering
uren

%
 

Tweede examenperiode
  • Schriftelijk examen en fotodossier volgens hetzelfde model als het examen van de eerste zittijd
  • FOTODOSSIER: Wanneer voor dit examenonderdeel de student minimum 4/8 behaalde in de eerste zittijd, dan kunnen deze punten in overdracht gegeven worden. Hiervoor dient de student op de dag van het exameninzicht/studiebegeleiding (na de proclamatie 1ste zittijd) een afspraak te maken met de lector (VPA).
  • Studenten die minder dan 4/8 behaalden op het fotodossier in de eerste zittijd, komen, eveneens langs bij VPA op de dag van het studiebegleiding en exameninzicht. Deze studenten kunnen het dossier verbeteren naar de 2de zittijd toe.
  • De 'verbeterde' of nieuwe fotodossiers worden afgegeven aan de toezichthoudende lector bij het examen Beeldvorming VOORALEER de examenbladen worden uitgedeeld.
  • Bij te laat of niet ingediende fotodossiers krijgen de studenten automatisch 0/8 voor dit examenonderdeel.

  • Media, de technieken is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: een tekort voor één van de samenstellende componenten levert altijd een tekort op voor het volledige opleidingsonderdeel.  Zelfs al zou het mathematische gemiddelde van de scores voor de verschillende componenten een cijfer boven of gelijk aan tien opleveren, toch verschijnt er dan voor het gehele opleidingsonderdeel op het rapport ten hoogste een negen. Bovendien wordt er dan bij de deliberatie gekeken naar het tekort voor de betrokken component. Indien een student geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet hij herkansen voor de component(en) waarvoor hij een tekort haalde. De component waarvoor hij een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar of van het volgende academiejaar. Opgelet, deze overdracht geldt maar voor het volgende academiejaar. Daarna vervalt de overdracht en moet de component opnieuw geëvalueerd worden.